Voor je vertrekt, weet dit: het imago van Napels als de door maffia verziekte stad, strookt niet met de werkelijkheid. Het is een grootstad, dat zeker, een arme grootstad zelfs, met vooral in de buitenwijken alle gevolgen van dien. Maar in de binnenstad hebben de inspanningen van het stadsbestuur voor sereniteit en charme gezorgd. Er werd een enclave van bourgondische gezelligheid gecreëerd die verklaart waarom Dries Mertens de stad blijft verkiezen boven de geldpot die hem in China aangeboden wordt.
Wat meteen opvalt als je in Napels rondwandelt, is dat je eigenlijk al de buitengrens van Italië bent overgestoken. Uiteraard zijn er nog onmiskenbare kenmerken van het land terug te vinden, zoals het eten en het gevoel voor drama waarmee de Napolitanen zich door het verkeer en hun dag jagen. Maar de inwoners van de zuidelijke havenstad zitten anders in elkaar.
De beste pizza ooit, niet gelogen
Zoek je dus een oude palazzo op Airbnb en neem twee dagen om hun koppigheid te ontdekken. Heb je die tijd niet, bezoek dan enkel de Quartieri Spagnoli, een doolhof aan kleine straatjes en overhangende wasdraden dat zich langs de linkerkant van het oude stadscentrum uitstrekt. Niet zo lang geleden kon je de oudste volksbuurt van Napels best in groep en bij daglicht bezoeken, maar die tijd is voorbij. Nu bevindt ze zich nog net aan de aangename kant van de grens tussen onontgonnen en overbezocht. Je vindt er op het gelijkvloers van de amberkleurige huizen de beste betaalbare restaurants en nieuwste bars van Napolitaanse wereldburgers. Je verbaast je over de draagkracht van de volgepakte scooters in de beklemmende en hellende straatjes, terwijl je afweegt of het te vroeg is voor een derde cocktail.
Maak ook bewust tijd vrij om te proeven. Nog meer dan in een andere Italiaanse stad, drukt Napels zich uit via eten en drinken. Nergens gaan je haren zo rechtstaan van een espresso en zijn de zeedieren zo vers dat ze nog naar je knipogen. En dan is er nog de pizza. Hoe cliché het ook is, ga een pizza eten in Napels. Bij voorkeur bij Gino Sorbillo. De zelfverklaarde oudste pizzeria van de stad is een theater voor de tong en de ogen. Verwacht je aan een lange rij aan de ingang, want hoewel ze je via een QR-code een nummer geven, herleiden de Italianen ook dit systeem tot chaos. Des te beter, dan kan je bij het omaatje drie huizen verder ondertussen een pintje gaan halen. Je zal dan wel bereid moeten zijn om onder de toonbank te kruipen en in de koelkast te graaien. Want zelf verschuift ze geen centimeter op haar stoel.
Wacht zolang het nodig is, want uiteindelijk is het moeite waard. Toch zeker als je de klassieke margherita neemt, met buffelmozzarella. Geen speciale groenten, dieren of sauzen. Gewoon de kleuren van de Italiaanse vlag op deeg zo dun als een muntje en badend in een warmwaterbad van olijfolie. Je vingers zullen vuil worden, je mond zal vuil worden, je zal nog nooit zo slordig gegeten hebben, maar het zal de beste pizza zijn die je ooit verorberd hebt.
Zwem onder de hemelse brug
Maar Napels is niet enkel een encyclopedie van kleine straatjes en calorieën, het is ook de perfecte uitvalsbasis voor een van de mooiste kuststroken van Europa. Rij de Vesuvius voorbij, werp snel een blik op weidse geschiedenis van Pompeii, sla rechtsaf bij Salerno en je bereikt de kust van Amalfi en Positano. Kilometers aan kronkelwegen die een grens vormen tussen naar de hemelklievende rotsformaties en PMD-zakken-blauw zeewater. Het traject is bezaaid met idyllische kiezelbaaitjes, maar als je er maar één kan bezoeken, laat het dan Fiordo di Furore zijn. Langs een steile, smalle uitgehouwen trap daal je af naar een aparte enclave, afgeschermd door de kronkelige rotswanden. Geniet van het warme Italiaanse water, terwijl boven je op het brugje de werkende Italiaan voorbij puft.
Wat hierboven staat, zijn maar enkele voorbeelden van wat er in het uitstalraam van Napels prijkt, maar ze zijn wel typerend voor de stad. Eigenzinnig, koppig, altijd gehaast en altijd kiezend voor de meest indrukwekkende optie. Als je weet waar je aan begint, is het een onvergetelijk bezoek.
Tekst en foto's door Xavier Vuylsteke De Laps