1. Vraag een visitekaartje
Door een visitekaartje te vragen, sla je twee vliegen in één klap. Je weet opnieuw hoe je iemand kan aanspreken én je hebt gelijk ook alle gegevens om de draad op een later moment weer op te pikken. Deze strategie is vooral handig op netwerkevents. Tijdens een barbecue met vrienden is het misschien een beetje vreemd om te vragen naar een visitekaartje.
2. Vraag iemands nummer
Dit is vooral handig wanneer je de persoon tegenover jou graag terugziet voor, bijvoorbeeld, een date. Vraag bij het afscheidnemen of de persoon in kwestie zijn of haar nummer snel even in je telefoon kan zetten. Kijk nog eens goed voor je het opslaat et voila, je probleem is opgelost.
3. Pols naar de geschiedenis van iemands naam
Weet je zeker dat je gesprekspartner een aparte naam had, maar weet je niet meer welke? Pols dan even naar de achterliggende geschiedenis. Wie weet komt er wel een dol verhaal uit de bus. Let op: pas dit trucje enkel toe wanneer je zeker van je stuk bent. Als iemand gewoon Jan heet, sla je een mal figuur.
4. Beken
Eerlijk toegeven dat je iemands naam meer weet is lichtjes gênant, maar niet onoverkomelijk. Zeg bijvoorbeeld dat je zijn of haar naam niet goed verstaan hebt. De kans is groot dat het je gesprekspartner ook al overkomen is.