Wetenschappers van de Franstalige universiteit UCLouvain hebben meegewerkt aan verschillende onderdelen van het "platform" dat met het tweede luik van de Europees-Russische ruimtemissie ExoMars in 2020 naar Mars wordt gestuurd. Dat heeft de universiteit bekendgemaakt tijdens een voorstelling van haar ruimteconsortium Louvain4Space. Met de missie ExoMars willen het Europese Ruimtevaartbureau ESA en het Russische Roscosmos volgend jaar een robotjeep en een stationair platform naar Mars lanceren, uitgerust met uiteenlopende apparatuur om de Rode Planeet te onderzoeken.
Ook LaRa is daarbij, een instrument dat werd ontwikkeld onder leiding van de Belgische professor Véronique Dehant. Het dient om te bepalen of de kern van Mars vast of vloeibaar is, door de rotatie van de planeet te analyseren. Het is ook een transponder en vangt dus signalen op van verschillende frequenties en stuurt die door. Via het Dopplereffect kan LaRa zo de relatieve snelheid van Mars tegenover de Aarde analyseren en aldus de rotatie van onze buurplaneet bestuderen.
Bovendien werden de antennes op LaRa ook ontwikkeld in een laboratorium van de universiteit in Louvain-la-Neuve. Die moesten zeer licht, sterk en bestendig zijn tegen temperatuurverschillen van meer dan 200 graden.
Een andere wetenschapper van UCL, Michael Saint-Guillain, werkte daarnaast samen met het Amerikaanse ruimtevaartbureau NASA aan een computerprogramma om de meest betrouwbare en rendabele ruimtemissies te bepalen.
Overigens meldt de universiteit dat Philippe Lefèvre en Jean-Louis Thonnard, nog twee wetenschappers van UCL, apparatuur hebben ontwikkeld om de aanpassing aan gewichtloosheid te bestuderen. Die werd in 2017 in het Internationaal Ruimtestation ISS al getest.
België was in 2016 ook al prominent betrokken bij het eerste luik van ExoMars. Dat bestond uit een orbiter en een weliswaar gecrashte lander.
Dehant doet ook tooaangevend onderzoek naar seismologie op Mars, via de Amerikaanse InSight-missie.
bron: Belga