Uit de cijfers blijkt dat de brutolonen dit jaar in de Europese Unie gemiddeld 2,6% zullen stijgen. Rekening houdend met de inflatie gaat het om een stijging van de reële lonen met 1%. Een jaar eerder bleef na inflatie 0,9% over, bruto ging het om een stijging met 2,8%.
Belgische werknemers zien de lonen minder snel stijgen in vergelijking met hun Europese collega's. Bruto zou er in 2019 wel 2,5% bijkomen, maar na inflatie is dat 0,7%. Vakbonden en werkgevers in ons land sloten in februari een loonakkoord voor de komende twee jaar. De lonen mogen maximaal 1,1% stijgen bovenop de index.
Franse lonen dalen
Tussen de verschillende Europese landen zitten grote verschillen. Terwijl de Duitsers hun loon gemiddeld bruto 3,2% zien stijgen en er 1,7% na inflatie overblijft, zullen de Fransen hun reëel loon dit jaar in tegendeel zien dalen met 1,3%. In Nederland zouden de lonen bruto 2,7% stijgen, waar na inflatie nog maar 0,2% extra loon van overschiet. In Oost-Europa stijgen de lonen dan weer een stuk sneller dan in het westen, al liggen de lonen er natuurlijk een stuk lager.
België in top drie
De hoogste lonen in Europa worden naar goede gewoonte betaald in Luxemburg, zo blijkt ook uit de cijfers van de Böckler-Stiftung. Het gemiddelde jaarsalaris bedroeg er in 2018 70.000 euro, tegenover een Europees gemiddelde van 38.400 euro. Luxemburg wordt op de voet gevolgd door de rest van de Benelux. België staat met een gemiddeld jaarloon van 56.300 euro op plaats drie, na Nederland (59.300 euro).