Bedrijven op Belgische bodem scoren bijzonder laag in talentmanagement. Doorheen hun carrière vinden werknemers dat hun talent niet voldoende benut wordt. Dat blijkt uit de Talent-O-Meter, een wetenschappelijk onderbouwd onderzoek van Acerta bij 2,000 werknemers dat voor de zevende keer werd georganiseerd.
De Talent-O-Meter van Acerta peilt naar de vier fundamenten van talentmanagement bij werknemers doorheen hun carrière: talent aantrekken, talent ontwikkelen, talent behouden en talent benutten, en ondervroeg daarvoor een panel van 2.000 werknemers. De Talent-O-Meter is een gevestigde waarde, en peilt sinds 2010 naar hoe het gesteld staat met talent management op Belgische bodem. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat werkgevers op Belgische bodem ondermaats presteren bij het coachen van hun werkkrachten, en dit over de jaren heen.
Oog voor talent en opvolging talent is geen prioriteit
Zo verklaart een derde van de werknemers dat er tijdens hun coaching helemaal geen rekening gehouden wordt met hun talenten, interesses en verwachtingen. Wanneer werknemers zelf hun ambities en opleidingsbehoeftes signaleren, wordt daar in amper 28% rekening mee gehouden. Zo'n 40% van de werknemers zegt bovendien dat hun talenten niet voldoende aangeboord worden in hun job, en dat er dus een mismatch is tussen hun functie en hun talenten. Bedrijven benutten hun talent dus onvoldoende. Hier tekent zich zelfs een significante daling op in vergelijking met de vorige edities. Talent begeleiding blijft ondermaats scoren. Meer nog, tegenover het eerste meetpunt in 2010, werd niet alleen een daling opgetekend op het vlak van talent benutting maar ook op het vlak van betrokkenheid en engagement van de werknemer.
Dat is natuurlijk bedroevend nieuws. Een job die niet beantwoordt aan je interesses en verwachtingen of inspeelt op je talenten, blijf je niet graag doen. En als je jezelf niet goed voelt in je functie, heeft dat natuurlijk ook een impact op je prestaties en je productiviteit. Daar lijdt ook het bedrijf onder. Een sterke match tussen de talenten van werknemers en hun jobinvulling, zorgt voor een stijging van hun employability. Het is dus echt een win-win situatie om samen in te zetten op talent, aldus Peter Tuybens, Director Acerta Consult.
Ook op vlak van opvolging slaan bedrijven de bal nog te vaak mis: zo'n 22% van de ondervraagden beweert dat bedrijven ruimte en tijd maken voor de opvolging van coachingsmomenten. Als er toch een overleg plaatsvindt, zegt 8 op 10 dat er nadien niets gebeurt met hun opmerkingen.
Een duwtje in de rug
Daarnaast blijkt dat bedrijven momenteel nog te weinig aandacht besteden aan de professionele ontwikkeling van hun personeel. Vooral bij ontwikkelingsgericht leiderschap, waarbij de directe chef zijn teamleden stimuleert om hun kennis, ervaring en expertise verder uit te bouwen en zo rechtstreeks hun verdere groei een duwtje in de rug te geven, is er nog werk aan de winkel. Een schamele 43% van de ondervraagden verklaart dat hun directe leidinggevende hen aanmoedigt om hun kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Dat cijfer zou eigenlijk logischerwijze op 100% moeten liggen. Iedere baas doet er zijn voordeel mee om zijn personeel verder te laten groeien. Daarmee stimuleer je niet alleen de groei van je werknemers waardoor je hun employability verhoogt, maar bouw je ook de kennis van je bedrijf verder uit, zegt Peter Tuybens. Bijna twee derde van de ondervraagden zegt dat hun leidinggevende geen advies geeft dat hen helpt hun prestaties te verbeteren in de toekomst.
Werk aan de winkel
Peter Tuybens is duidelijk: Deze resultaten laten nog weinig ruimte voor illusies. Leidinggevenden moeten dringend met hun mensen gaan praten om zo meer te kunnen inzetten op hun sterktes. Investeren in je talent is geen overbodige luxe meer, maar een noodzakelijkheid. Werknemers stellen hier een duidelijke vraag: ze willen dat hun sterktes in kaart gebracht worden en dat er ook actief ingezet wordt op die sterktes. Er is dus nog werk aan de winkel in onze Belgische bedrijven, ondanks de hoge percentages die werknemers geven aan jobtevredenheid en engagement. In se komt deze oefening neer op het vinden van een evenwicht: 75% van de Belgische werknemers is bereid (vaak ongevraagd) extra inspanningen te leveren voor hun werkgever. In ruil daarvoor verwachten ze wel dat deze inspanning van twee kanten komt en dat het bedrijf ook in hen investeert. Ze voelen dat hun potentieel nog niet voldoende aangeboord en verkend wordt. Bedrijven laten dus nog heel wat kansen liggen op vlak van duurzame inzetbaarheid.
Jammer genoeg liggen de resultaten van de van de Talent-O-Meter in de lijn der verwachtingen, aldus Peter: De economische malaise van de voorbije jaren en de steeds inkrimpende HR-budgetten maakt het voor werkgevers niet makkelijker om een optimaal HR-beleid uit te stippelen. Nu het erop lijkt dat de War for Talent terug is, kiezen steeds meer bedrijven ervoor om, samen met hun medewerkers, een talentanalyse te doen. Onze Talent-O-Meter helpt alvastom een totaalbeeld te vormen van de sterktes en pijnpunten op vlak van talentmanagement. Zo kunnen bedrijven een mismatch vermijden, en krijgen werkkrachten de kans om zich gerichter te ontwikkelen.