Hoe staan de Europese landen tegenover de homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders in hun land? Op die vraag zocht het consortium klinische psychologie samen met de CuDOS-onderzoeksgroep een antwoord.
De onderzoekers hanteerden drie maatstaven om een eenduidige meting op te stellen. Voor de wetgeving gebruikten ze de Rainbow Index van de internationale belangenvereniging ILGA Europe. Die index beoordeelt de mate waarin de wetten van een land aangepast zijn aan zaken zoals het homohuwelijk en haatmisdrijven tegenover holebi's en transgenders. Om de beleidskeuzes te beoordelen, baseerde het onderzoek zich op de Practical Policy Index. Die vertelt onder andere meer over campagnes, overleg en discriminatiemeldpunten. Een derde pijler bestudeerde de opvattingen van de bevolking en daarvoor werd de Eurobarometer gehanteerd, die in verschillende landen een representatief staal van de bevolking vragenlijsten heeft voorgelegd.
Professor Alexis Dewaele is tevreden met de Belgische vierde plaats. "Sinds de eerste paarsgroene regering in 1999 is onze overheid zich duidelijk op ethische thema's gaan profileren. Deze score is het gevolg van een coalitie tussen een progressieve overheid, doorgedreven wetenschappelijk onderzoek en een uitstekend georganiseerd verenigingsleven", aldus Dewaele.
Opvallend is wel dat de opvattingen van de Belgen over holebi's en transgenders minder progressief zijn dan de wetgeving en het beleid. "Mogelijk speelt hier een noord-zuid-verschil", verklaart Dewaele. "Vlaanderen kent sterke belangenverenigingen onder de solide koepel van Çavaria. In het Franstalige landsgedeelte is de organisatiestructuur zwakker en is de socio-economische situatie ook slechter, zeker in de steden."
Foto Belga / J. Roosens