Concreet mat de Oeso de belastingdruk op het looninkomen van een gemiddelde werknemer uit de privésector. Met ander woorden: welk aandeel van de som die een werkgever betaalt voor een werknemer, terugkeert naar de staat in de vorm van werkgeversbijdragen, werknemersbijdragen en inkomensbelasting.
Een alleenstaande zonder kinderen met een gemiddeld inkomen kent België de hoogste belastingdruk: 55,3%. De nummers twee en drie volgen op respectabele afstand: Oostenrijk met 49,5% en Duitsland met 49,4%. Het gemiddelde in de Oeso-landen bedroeg vorig jaar 35,9%.
In vergelijking met 2014 is er wel een verbetering. Toen bedroeg de belastingdruk op het arbeidsinkomen voor een alleenstaande zonder kinderen met een gemiddeld inkomen 55,6%. In 2000 was dat 57,1%.
Maar ook voor andere categorieën staat ons land op het belastingpodium. Voor een gezin met twee kinderen en één gemiddeld inkomen kent ons land een belastingdruk van 40,4%, en moeten we enkel Frankrijk laten voorgaan met 40,5%.
De belastingdruk voor een alleenstaande werknemer zonder kinderen, met een loon dat 167% bedraagt van het gemiddelde, klimt zelfs naar 60,7%. We behalen ook een eerste plaats in de categorie van twee inkomens en twee kinderen.
Infografiek Metro