We werken steeds langer, zo blijkt uit cijfers van Acerta. De gemiddelde reële pensioenleeftijd van werknemers in de private sector met een contract van onbepaalde duur bedroeg vorig jaar 61,9 jaar. In 2010 lag die nog op 60,4. De wettelijke pensioenleeftijd in ons land bedraagt 65 jaar, maar mensen gaan met vervroegd pensioen, gaan op brugpensioen of begonnen al op vroege leeftijd te werken en kunnen na voldoende loopbaanjaren de arbeidsmarkt verlaten.
SWT op de retour
Wie in 2018 op brugpensioen ging (SWT) deed dat gemiddeld op 61 jaar. In 2010 gebeurde dat gemiddeld nog op 58,2 jaar. De toegang tot SWT is de voorbije jaren behoorlijk verstrengd. «Maar er is ook een mentaliteitswijziging opgetreden», aldus Dirk Wijns van Acerta. «En werkgevers gaan er minder makkelijk in mee, zeker gezien de krapte op de arbeidsmarkt». De gemiddelde leeftijd voor vervroegd pensioen bedroeg in 2018 61,5 jaar (60,5 in 2010) en wie met (gewoon) pensioen ging, deed dat gemiddeld aan 63,3 jaar (62,4 in 2010). Alles samen geeft dat dus een gemiddelde reële pensioenleeftijd van 61,9 jaar.