N-VA-voorzitter Bart De Wever vindt de poppen met Joodse karikaturen die vorig jaar op Aalst Carnaval zijn getoond "lomp, punt andere lijn." Dat heeft hij gezegd tijdens een boekvoorstelling van partijgenoot André Gantman. Ook de verdediging van Aalsters burgemeester Christoph D'Haese (N-VA) onderschrijft hij niet. Sinds eind vorig jaar is Aalst Carnaval niet langer erkend als cultureel erfgoed door Unesco. Aalst kwam vorig jaar in een storm terecht door een omstreden praalwagen met Joodse karikaturen. De Joodse gemeenschap reageerde toen geschokt en zag gelijkenissen met vooroorlogse beelden.
Unesco trok de erkenning van Aalst Carnaval in twijfel maar uiteindelijk nam het Aalsters stadsbestuur de vlucht vooruit en vroeg burgemeester D'Haese zelf om de schrapping.
"Aalstenaars hebben het gehad met de groteske verwijten", sprak D'Haese nog voor de officiële beslissing. "Wij zijn geen antisemieten of racisten. Wie dat blijft beweren, is te kwader trouw", klonk het toen.
Maar De Wever benadrukt zijn begrip voor de Joodse gemeenschap en gevoeligheden. Die negeren "is lomp, om het met een oud vlaams woord te zeggen." D'Haese heeft de verantwoordelijke carnavalisten steeds verdedigd door te benadrukken dat die niet de intentie hadden om te kwetsen.
Maar De Wever vindt het beter om wel rekening te houden met het sentiment binnen de Joodse gemeenschap. "Ik begrijp goed dat bepaalde beelden, los van de intentie waarmee men die rond draagt, ook ontvangen worden. Hoe die worden gezien", klinkt het.
"Het toont een gebrek aan empathie. Het is lomp. Punt andere lijn."
bron: Belga