Apple heeft gegevens van miljoenen Chinese gebruikers beschikbaar gemaakt voor de Chinese overheid. Dat weten we dankzij een onderzoek van The New York Times. De krant publiceerde haar bevindingen dinsdag op de website.
China weigerde om Apples encryptietechnologie te gebruiken voor het opslaan van gegevens. In november 2016 keurde China namelijk een wet goed die vereist dat alle persoonlijke data die in China verzameld wordt, in China moet worden bewaard.
Kwetsbaar
De Aziatische supermacht beweert dat de cyberbeveiligingswet nodig is om de gegevens van Chinese inwoners te beschermen tegen buitenlandse regeringen. De overheid heeft echter een reputatie om de privacy van zijn burgers niet te respecteren. Naast de cyberbeveiligingswet houden de Chinese autoriteiten op talloze andere manieren hun burgers in de gaten.
Apple construeert zowat al zijn producten in China en boekt er een vijfde van zijn jaarlijkse omzet. ‘Nee’ zeggen tegen China zou dus erg duur zijn. Dat maakt Apple bijzonder kwetsbaar voor de druk van het Chinese regime.
Sleutels
Apple gaf dus toe en stemde ermee in om de persoonlijke gegevens van zijn Chinese klanten naar de servers van een Chinees staatsbedrijf over te verplaatsen. Hoewel Apple die privégegevens beschermt met een encryptie, bestaan er digitale sleutels om die codering te ontgrendelen. De locatie van de sleutels was voordien in de Verenigde Staten, maar ook hier waren Chinese functionarissen het niet mee eens. Acht maanden na de originele gesprekken werden de coderingssleutels dan toch naar China overgebracht. Twee leidinggevenden zouden gewaarschuwd hebben tegen het delen van die data, omdat het klanten in gevaar zou kunnen brengen. De waarschuwing viel echter in dovemans oren. Met de sleutels in hand heeft China toegang tot persoonlijke gegevens zoals mailadressen, foto’s, documenten, contacten en locatiedata. In Europa en de Verenigde Staten is het verboden om zo’n gevoelige data met overheden te delen.