Hoe is je passie ontstaan?
Raphaël: «Ik heb de films thuis gezien als kind, toen ik 6 of 7 jaar was, en ik was meteen verkocht. Mijn ouders lieten me de film zien, en ik was toen helemaal weg van sciencefiction. Ik kreeg hopen speelgoed en figuurtje van Star Wars en mijn vader, die kunstenaar was, maakte decors zodat ik bepaalde scènes uit de films kon naspelen. Soms had ik de indruk dat hij meer speelde en zich meer amuseerde dan ik.» (lacht)
Hoe is die passie geëvolueerd?
«Zodra ik op mijn 15 jaar een computer had, ontdekte ik de computerspelletjes en in het bijzonder Jedi Knight'. Ik was er gek op. Alleen al het geluid van het laserzwaard dat aangaat! Daar kon ik me uren mee amuseren. (lacht) Nadat ik alle singleplayer-spelletjes gespeeld had, begon ik met de multiplayers. Zo ontmoet je mensen in zowel de virtuele wereld als in het echt, je ontdekt een volledig parallel universum met clans, academies, mensen die trainen voor een strijd. Het is zo'n uitgestrekt universum dat er een echt rollenspel ontstaat.»
Wat was jouw bijdrage?
«Ik was vooral bezig bezig met het beheer van onze clan, de AFJ (Franse Jedi-academie, red.) om de nieuwelingen op te leiden' en ervoor te zorgen dat de mensen zich amuseren. We hadden proeven opgesteld om een Jedi-Ridder' te worden, naar het voorbeeld van Star Wars. Net als in de film hadden we een raad van twaalf leden en de clan was georganiseerd volgens verschillende graden (ingewijde', Padawan', Ridder', Meester' en Meester in de raad'). Ik heb in al die graden gezeten! Er waren ook profielen: de Jedi Sentinels, die hadden een uitgebreide informaticakennis en waren onze ambassadeurs bij andere kampen, de Jedi Guardians, die wijdden zich aan de beheersing van het zwaard, en de Jedi Consulars, zij waren een soort van vredebewaarders gericht op de filosofie en het beheer van de clan. Al die grote clans waren verbonden door een Senaat.»
Het klinkt als een tijdrovende activiteit.
«Ja, maar ik werd wat minder gepassioneerd. Nu ben ik enkel nog bezig met het cinematografische. Ik vraag me telkens weer af welk universum we zullen ontdekken. Welk monster? Welk personage? Welk kostuum? Alles kan in Star Wars. En visueel is het altijd prachtig. Maar op een bepaald moment krijg je andere interesses. Ik doe veel aan sport en ik maak muziek. Virtueel strijden is leuk, maar ik ben ook verzot op vechtsporten, zoals zwaardvechten, boken (houten zwaard), kendo of boksen. Misschien bracht Star Wars me bij kendo, want er is ook een soort sacralisering, namelijk van de katana, een mooi voorwerp, een gepersonaliseerd wapen zoals het heft van een laserzwaard.»
Wat trekt jou nog aan?
«De spectaculaire gevechten vond ik altijd geweldig. Dat gebruik ik dit jaar bijvoorbeeld in de regie van een theaterstuk, Spartacus'. Ik wou gaan voor een vechtstijl die wat dynamischer is dan de klassieke schermkunst en wervelender dan kendo. Die vond ik in Kali, een Filipijnse krijgskunst. Het is boeiend om te zien op welke vechtsporten Star Wars zich baseert. Er zit Kali, kungfu, kendo en canne de combat in, afgeleid van savate, denk ik.»
Lijken beoefenaars van vechtsporten op Jedi-strijders?
«Er zijn overeenkomsten. Het idee is een krijger te worden en daarin een filosofie te vinden. Zo zei Baudelaire: Er bestaan maar drie eerbiedwaardige wezens: de priester, de krijger en de dichter.' De Jedi is uiteindelijk een priester en een krijger. Een beetje zoals de Shaolin-monniken. En als je de film psychologisch analyseert, zijn het psychosociale archetypes. Alle bekende verhalen en legendes zitten in Star Wars: het monster, de draak, de ridder die prinses Leia redt die met haar mooie witte jurk gevangen zit in een duivels kasteel, de gemene Darth Vader volledig in het zwart gekleed met een vreselijke stem. Alles zit erin.» (lacht)
Gaëtan Gras