In Nederland heeft de regering samen met werkgevers en vakbonden een akkoord bereikt over de hervorming van het pensioenstelsel. De leeftijd waarop men bij onze noorderburen op pensioen kan, blijft in de toekomst verder stijgen, maar minder fors dan aanvankelijk gepland. Afgelopen week was er nog een landelijke staking om te ijveren voor betere pensioenen, waaronder een bevriezing van de pensioenleeftijd. Voor de precieze inhoud van het akkoord is het wachten tot morgen, op voorwaarde dat vakbond FNV het licht op groen zet. Maar toch lekten vandaag al heel wat details uit. Zo is onder meer afgesproken dat de wettelijke pensioenleeftijd minder snel gaat stijgen. Tot 2022 blijft de pensioenleeftijd op 66 jaar en vier maanden. Daarna stijgt die naar 67 jaar in 2024, wat drie jaar later is dan gepland. Na 2024 gaat de pensioenleeftijd met acht maanden omhoog, telkens de levensverwachting met een jaar stijgt. De pensioenleeftijd was het meest heikele punt van de onderhandelingen. De regering maakt hiervoor structureel 4 miljard euro vrij.
Regering en sociale partners spraken ook af dat mensen met een zwaar beroep drie jaar eerder kunnen stoppen met werken. De boete die hier nu nog geldt, wordt voor de eerste 19.000 euro afgeschaft. Over het brutosalaris daar bovenop moeten werkgevers wel nog een boete betalen.
Zelfstandigen worden verplicht een arbeidsongeschiktheidsverzekering te nemen. Ook moet het eenvoudiger voor ze worden om zich bij een pensioenfonds aan te sluiten.
Pensioenuitkeringen kunnen in de toekomst sneller gaan stijgen en in slechte tijden sneller worden verlaagd. Er komt een einde aan het systeem waarbij jongere werknemers de oudere werknemers subsidiëren.
Het akkoord kwam er na urenlang nachtelijk overleg. De PvdA en GroenLinks reageerden al optimistisch. Voor de FNV is de steun van beide linkse partijen van belang en bovendien wil de regering-Rutte brede steun in het parlement voor het pensioenakkoord.
bron: Belga