Ajax stond voor de wedstrijd al met twee benen en een arm in de finale van de Europa League. Ze wonnen de heenwedstrijd met 4-1. Dat hoeft niets te betekenen, er zijn al grotere mirakels gebeurd in het voetbal. Het was echter het dominant voetbal dat de Amsterdammers brachten dat ook het beste deed vermoeden voor de terugwedstrijd. Het enige lichtpuntje voor Lyon was dat ze wel weer een beroep konden doen op hun goalgetter Alexandre Lacazette (foto midden).
Lyon begon met een eerder avant-gardistische aftrap. Ze trapten de bal meteen over de zijlijn vlakbij de cornervlag van Ajax. Vervolgens probeerden ze druk te zetten op de ingooi van de tegenstander. Dat lukte zowaar vrij goed, maar een echte kans leverde het niet op. De Fransen domineerden het openingskwartier. De Nederlanders waren even onder de indruk, maar kregen daarna toch de bovenhand met veel beter voetbal.
De logica werd gerespecteerd toen het 19-jarige toptalent Kasper Dolberg er halfweg de eerste helft 0-1 van maakte. De Deen legde een staaltje sportieve spitstechnologie op de grasmat met een heerlijk stiftertje. Ajax was duidelijk de betere ploeg en de wedstrijd leek gespeeld, tot twee doldwaze minuten in de toegevoegde tijd van de eerste helft. Eerst mocht Lacazette een penalty binnentrappen, een minuut later scoorde diezelfde Lacazette een veldgoal. Lyon versierde zo een volstrekt onverdiende 2-1 voorsprong bij de rust.
Voetbal is voor de helft een mentaal spel. Lyon kwam als een bezetene uit de kleedkamer, voortgestuwd door de twee goals vlak voor de rust. Halfweg de tweede helft resulteerde dat in een derde goal. De 3-1 was van de voet van invaller Rachid Ghezzal. "Laten we het nog wat spannender maken", dacht scheidsrechter Marciniak, en hij stuurde Nick Viergever terecht van het veld na een drastische tackle. De overwinningsroes is sterker dan een shot heroïne, zo leek het wel. Lyon was een losgeslagen beest. De Fransen roken bloed. Ajax bibberde zo hard dat er ergens in het zuidoosten van Siberië een aardbevingsalarm afging. De trillingen waren voelbaar tot in Brussel, we konden nauwelijks nog typen achter onze computer.
Als er verlengingen gekomen waren, zouden de tien dodelijk vermoeide Amsterdammers ongetwijfeld verzopen zijn als een betonblok met zwembandjes, maar na 5.400 seconden blies de ref de verlossende drie noten op zijn fluitje. Zo speelt Ajax voor het eerst sinds 1996 nog eens een Europese finale.
In de andere halve finale tussen Manchester en Celta verdedigde Manchester in eigen huis een 0-1 voorsprong uit de heenmatch. De Mancunians maakten het zichzelf gemakkelijk met een vroeg doelpunt. Na 18 minuten kopte Marouane Fellaini de 1-0 binnen. Het werd nog 1-1 dankzij Facundo Roncaglia, maar de finalist was bekend.