Salah Abdeslam, één van de verdachten voor de terreuraanslagen van 13 november 2015 in Parijs, heeft in een gesprek met zijn celgenoten in 2016 in Brugge enkele opmerkelijke uitspraken gedaan. Zo beweert hij dat hij na zijn vlucht uit Frankrijk, bij de verscherpte controles aan de grens, werd geïnterviewd door een Belgische televisieploeg. "De journaliste vroeg me of ik het normaal vond dat er versperringen waren opgeworpen. Ik heb gezegd dat ik dat, gezien de omstandigheden, normaal vond. Ik zat achteraan in de auto." Zijn verklaringen werden in het geheim geregistreerd door de Belgische Staatsveiligheid en zijn vrijdag gepubliceerd door Le Parisien. Bij de aanslagen in Parijs, aan het Stade de France, de concertzaal Bataclan en in enkele cafés en restaurants in het oosten van de stad, kwamen 130 mensen om het leven. Honderden anderen raakten gewond. Er waren meerdere daders betrokken, Abdeslam was de enige die overleefde. Hij slaagde erin om enkele maanden uit de handen van de politie te blijven.
Abdeslam vertelt in de opnames aan zijn celgenoten Mohammed Bakali, die ook verdacht wordt van betrokkenheid bij de aanslagen van Parijs, en Mehdi Nemmouche, dader van de aanslag op het Joods Museum in Brussel, hoe hij de avond van 13 november eerst zijn bommengordel afgooide. Op een luchtige toon klinkt het dat hij eerst een moordcommando had afgezet aan het Stade de France en dan zijn Renault Clio achterliet in het 18de arrondissement, alvorens naar Châtillon te vluchten, ten zuiden van Parijs. Abdeslam vertelt dat hij iets vroeg aan een voorbijganger die hem van top tot teen bekeek en ook naar zijn jas keek. "Hij zag dat er iets vreemds was. Men zou gezegd hebben dat ik 90 kilo woog (...) het was te duidelijk, ik wist dat ik de bommengordel moest weggooien".
Die nacht verschool hij zich in de hal van een gebouw in Châtillon, waar hij een "fish menu" van McDonalds verorberde, dat hij aan een drive-in had besteld.
De volgende ochtend, op 14 november, werd hij opgepikt door twee handlangers die hem tot in Brussel brachten. Maar aan de grens bleek dat de politie, gewapend met machinegeweren, extra controles hield. "Ik heb gezegd: nu is het gedaan". Maar omdat Abdeslam nog niet duidelijk geïdentificeerd was, mocht de wagen waarin hij zat toch doorrijden. Even verder zou hij dan zijn opgewacht door een Belgische televisieploeg.
Pas vier maanden na zijn vlucht naar ons land, kon hij worden ingerekend. Abdeslam vertelde aan zijn celgenoten dat hij een brief verloren had waarin hij trouw zweert aan terreurorganisatie IS en verklaart "el harb" (oorlog, red) te zullen voeren." Die brief werd nooit teruggevonden, maar wijst volgens BFMtv wel op zijn intenties om terreur te zaaien.
Abdeslam heeft zich tijdens het onderzoek altijd in stilzwijgen gehuld. Volgend jaar verschijnt hij voor het hof van assisen in Parijs.
bron: Belga