Met het 'Airbezen-project' wil men de luchtkwaliteit in de provincie meten. "Het is de eerste keer dat we hiermee ook informatie halen in de plattelandsgemeenten", zegt professor Roeland Samson van de Universiteit Antwerpen.
Het AIRbezen-project ontsproot aan het brein van enkele enthousiaste bio-ingenieurs van de Universiteit Antwerpen. In 2014 riepen zij voor het eerst de hulp in van burgers en scholen, om via biomagnetische monitoring van de bladeren van aardbeiplantjes de luchtkwaliteit in hun buurt in kaart te brengen. De primeur was voor Antwerpen, maar ondertussen kreeg het project al navolging in onder meer Nederlandse steden en het Spaanse Zaragoza.
Vijf blaadjes
Dit jaar is Oost-Vlaanderen aan de beurt. "In Antwerpen ging het om een duizendtal plantjes en kregen we zicht op de stad, nu brengen we voor het eerst een hele provincie - inclusief het platteland - in kaart", zegt professor Roeland Samson. In totaal schreven zich 10.000 gezinnen in, verspreid over de hele provincie.
Inclusief de 205 deelnemende scholen, werden zaterdag 11.300 plantjes uitgedeeld. Midden juni moet iedereen vijf blaadjes van de plant inleveren. "Zo'n 3.000 stalen zullen worden onderzocht op fijn stof. De andere stalen zullen wel worden bewaard", legt Samson uit. "Op die manier kunnen we data vergaren waar we tot hiertoe geen zicht op hebben. In de hele provincie hebben we immers geen enkele blinde vlek." In het najaar worden alle resultaten gebundeld in een rapport en voorgesteld.