De inzet van clusterbommen neemt af. Alleen in Syrië is deze verraderlijke munitie in 2018 nog ingezet, zo staat in de Cluster Munition Monitor 2018 die in Genève is voorgesteld. In totaal werden 149 mensen gedood of verwond door clustermunitie, bijna uitsluitend burgers, onder wie veel kinderen. In 2017 bedroeg het aantal slachtoffers nog 289 en in 2016 lag het op 971. Behalve in Syrië deden zich ook in Jemen en Laos bloedige incidenten met clusterbommen voor, niet bij de inzet ervan in gevechten maar bij de ontploffing van blindgangers.
Clustermunitie kan van op de grond of vanuit de lucht worden ingezet. Kleine explosieven worden over een zone zo groot als een voetbalveld verspreid. Omdat tot 40 procent van deze bommetjes niet ontploft, blijven na de aanval steeds gevaarlijke explosieven achter, zei de organisatie Handicap International (HI). "Die vormen een dodelijke en langdurige bedreiging voor de lokale bevolking."
Ondertussen hebben meer dan honderd staten het verdrag dat deze wapens verbiedt, ondertekend, onlangs nog Gambia, Namibië en de Filipijnen. Syrië moet het gebruik van deze wapens stopzetten, Rusland moet ermee ophouden zich medeschuldig te maken aan het gebruik ervan en de internationale gemeenschap zou de schade moeten vergoeden, eiste de directeur van de Cluster Munition Coalition (CMC), Hector Guerra.
De staten die bij het verdrag aangesloten zijn, hebben volgens het rapport 99 procent van hun voorraad clusterbommen vernietigd. Dat zijn 1,5 miljoen bommen met meer dat 178 miljoen stuks submunitie.
bron: Belga