Tussen 1999 en 2015 is het aantal orang-oetans op Borneo met 100.000 dieren afgenomen, wat betekent dat de mensapen sneller verdwijnen dan de onderzoekers hadden verwacht. In ontboste gebieden en in gebieden die dienen als landbouwgrond is het aantal mensapen sterk afgenomen, maar tot de grote verrassing van de onderzoekers was de achteruitgang het sterkst in de bossen. Dat is uitgerekende de plek waar de meeste orang-oetans hun vaste verblijfplaats hebben.
De mens als bedreiging
De reden? De mens. Onze soort oefent veel druk uit op de leefgebieden van deze mensapen. Zo worden er bijvoorbeeld regelmatig baby orang-oetans weggehaald bij hun moeder voor de handel in huisdieren. Ook stroperij speelt een grote rol.
De sterke afname van de orang-oetan brengt het voortbestaan van deze dierensoort in het gedrang. Orang-oetans planten zich langzaam voort, verklaart Serge Winche, een van de auteurs van de studie waarover Scientias.nl schrijft. Zo blijkt bijvoorbeeld dat als slechts één op de honderd volwassen orang-oetans per jaar uit een populatie wordt weggehaald, de kans heel groot is dat de hele populatie niet overleeft. In de realiteit is het echt niet een aap, maar drie tot zelfs vier volwassen orang-oetans die op jaarbasis uit hun groep verdwijnen.
Goed nieuws
Toch is er ook goed nieuws. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat er meer orang-oetans voorkomen op Borneo dan gedacht. We kwamen erachter dat orang-oetans zich veel wijder verspreiden dan eerder bekend was, licht hoofdauteur Maria Voigt toe. Zo blijken er ook orang-oetangs voor te komen in de aangetaste bosgebieden en zelfs op plantages. Die ontdekking is opvallend, want tot voor kort dacht men dat orang-oetans erg gevoelig zijn en enkel overleven in ongerepte gebieden.