Op dinsdag 11 september 2001 wordt New York om 8.46 uur (14.46 uur Belgische tijd) opgeschrikt door een vliegtuig dat zich in de bovenste verdiepingen van de North Tower van het World Trade Center boort. Het gaat om passagiersvliegtuig American Airlines-vlucht 11 dat even voordien vanuit Boston was opgestegen met als bestemming de Amerikaanse westkust. Bij de inslag ontstaat een grote explosie, waarna er in de toren brand uitbreekt. Zowat honderd mensen komen meteen om het leven, honderden anderen zitten gevangen in de bovenverdiepingen van het immense gebouw.
Verschrikkelijk ongeval?
Aanvankelijk wordt gedacht dat het om een verschrikkelijk ongeval gaat, maar nog geen twintig minuten later, om 9.03 uur, gebeurt het onwaarschijnlijke: een tweede vliegtuig - vlucht 175 van United Airlines - boort zich door de zestigste verdieping van de zuidelijke WTC-toren. De piste van een terroristische aanslag wordt hiermee bevestigd.
Ook vlucht 77 van American Airlines wordt gekaapt door terroristen. Het vliegtuig heeft als doelwit het Pentagon, het militaire hoofdkwartier van de VS nabij Washington DC, en vliegt daar omstreeks 9.37 uur binnen. Zowat 125 mensen in het Pentagon overlijden, net als de 64 inzittenden van het vliegtuig.
President George W. Bush is op dat moment aan boord van Air Force One. In een telefoongesprek met de congresleiders zal hij de beruchte woorden uitspreken: «We zijn in oorlog». Hij draagt de luchtmacht ook op om «te vuren als er reden voor is». Als een gekaapt vliegtuig op weg zou zijn naar een mogelijk doelwit, dan mogen gevechtsvliegtuigen er dus op schieten. Ook het volledige luchtverkeer wordt stilgelegd, een primeur in de geschiedenis van de VS.
Een goed kwartier later, om 9.59 uur, stort de zuidelijke toren volledig in door de hitte van het vuur. Honderden mensen sterven onder het puin en zowat alle aanwezige werknemers komen om het leven. Op tragische beelden is voordien nog te zien hoe radeloze mensen vanuit de toren naar beneden springen om aan de verbrandingsdood te ontsnappen.
Een vierde toestel dat gekaapt werd, met vluchtnummer 93, stort rond 10.10 uur neer in een veld net buiten Shanksville, in de staat Pennsylvania. Omdat de vlucht vertraging opgelopen had, hadden veel passagiers de tragische beelden uit New York al gezien, waardoor ze proberen het vliegtuig te heroveren. Er wordt aangenomen dat dit vliegtuig op weg was naar een aanslag op het Capitool of het Witte Huis.
Zowat 102 minuten nadat de noordelijke toren geraakt werd door het vliegtuig, stort het gebouw om 10.28 uur als een kaartenhuisje in elkaar. Geschat wordt dat er op dat moment 1.400 mensen aanwezig zijn in de toren.
De tol van het drama is onmenselijk: 2.977 doden. Daarvan laten er 2.606 het leven in de torens. Ook de 265 passagiers van de gekaapte vliegtuigen sterven. In de jaren na de aanslagen loopt het dodental nog verder: duizenden mensen sterven aan kanker als gevolg van de giftige rook die vrijkwam. Onder de slachtoffers is er ook één Belg, de Brusselaar Patrice Braut, die werkte op de 97ste verdieping van de noordelijke toren. Zijn lichaam werd pas dertien jaar na de aanslagen geïdentificeerd.
Osama Bin Laden
Al snel na de aanslagen wordt met de beschuldigende vinger gewezen naar Osama Bin Laden, een van de leiders van Al Qaeda. De kapers hadden namelijk geen moeite gedaan om onder een valse naam vliegtuigtickets te kopen, waardoor hun banden met de moslimfundamentalistische beweging snel duidelijk worden. Verder vindt men onder andere een videocassette van Bin Laden samen met twee van de kapers, waarin hij opriep tot steun voor de zelfmoordterroristen. Osama bin Laden ontkent aanvankelijk de betrokkenheid bij de aanslagen, maar in een videoboodschap die op 29 oktober 2004 door Al Jazeera wordt uitgezonden, claimt hij wel de verantwoordelijkheid.
De aanslagen motiveren president Bush tot het uitwerken van een nieuwe buitenlandpolitiek, de zogenaamde Bushdoctrine. Die stelt dat de Verenigde Staten geen onderscheid zullen maken tussen terroristen en die landen die terroristen een veilig onderkomen bieden. De nieuwe regel betekent een groot contrast met de houding van de VS tijdens de Koude Oorlog.
Ten oorlog
Omdat Afghanistan weigert Bin Laden en andere kopstukken van Al Qaida uit te leveren, trekt Bush op grond van het doctrine ten oorlog. Onder de naam ‘Operation Enduring Freedom’ vallen de legers van de VS, het Verenigd Koninkrijk, Australië, Frankrijk en het Afghaans verzet de taliban, die een thuis bieden aan Al Qaeda, in Afghanistan aan. Bush brengt Afghaanse, en later ook Iraakse, krijgsgevangen ook over naar een speciale gevangenis in Guantanamo, waar ondervragers onder meer foltertechnieken, zoals waterboarding, toepassen.
De taliban worden in Afghanistan snel verslagen, maar Bin Laden kan ontsnappen. Er wordt een nieuwe Afghaanse regering geïnstalleerd, maar de verdreven talibanstrijders proberen vanuit Pakistan het bewind omver te werpen. Daardoor blijven de gevechten langer duren dan oorspronkelijk gepland, zelfs de dood van Bin Laden in 2011 verandert daar niets aan. Het is pas in mei 2021 dat de VS en de NAVO starten met het terugtrekken van hun troepen uit Afghanistan, na meer dan negentien jaar. Het gaat om de langste oorlog die de VS gevoerd heeft.
Angstcultuur
Ook de economische gevolgen van 9/11 zijn niet te overzien. De directe materiële schade wordt geschat op zowat 40 miljard dollar. In New York gaan op drie maanden tijd ruim 400.000 jobs verloren, vooral in de financiële sector. En ook de beurskoersen gaan in vrije val: vooral luchtvaartmaatschappijen en toeristische bedrijven lijden enorme verliezen. In enkele maanden tijd zou de beurs uiteindelijk een kwart van haar waarde verliezen. Ook de Amerikaanse staatsschuld stijgt na de aanslagen opnieuw.
Op maatschappelijk vlak laten de aanslagen eveneens hun sporen na. De westerse wereld is zich sinds 9/11 meer bewust geworden van de aanwezigheid van moslimextremisme in de samenleving. Bij veel mensen heeft dat zelfs voor een ware angstcultuur gezorgd.