Vanaf 1 januari mag je buiten de bebouwde kom niet sneller rijden dan 70 kilometer per uur. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) heeft een campagne gelanceerd om bestuurders voor te bereiden op die hervorming.
Vandaag is 90 kilometer per uur de regel in de bebouwde kom, maar in de praktijk is die regel vaak de uitzondering. Op 6.000 gewestwegen staan borden die de limiet op 70 kilometer per uur opleggen. Slechts op 2.000 gewestwegen mag je 20 kilometer per uur sneller rijden. Een absurde situatie, beseft Weyts.
Vanaf 1 januari 2017 wordt 70 kilometer per uur de norm buiten de bebouwde kom. De hogere maximumsnelheid van 90 kilometer per uur kan alleen nog op plaatsen waar vrijliggende fietspaden liggen en de verkeersveiligheid niet in het gedrang gebracht wordt door bomen of uitgebreide bebouwing vlakbij de weg.
Oerwoud aan verkeersborden
De nieuwe snelheidsbeperking moet in de eerste plaats de veiligheid ten goede komen. Zo'n 68% van de dodelijke slachtoffers valt buiten de bebouwde kom. Studies van het BIVV tonen aan dat chauffeurs zich binnen de bebouwde kom nog relatief goed aan de maximumsnelheid houden. Eenmaal buiten die zone duwen we het gaspedaal vaak te hard in", legt Weyts uit. Verder helpt de nieuwe regel ook komaf te maken met het oerwoud aan verkeersborden. Zo kunnen 30.000 snelheidsborden voorgoed verdwijnen.
Niet elke bestuurder zal meteen helemaal mee zijn met de nieuwe regeling, dus wil de mobiliteitsminister de bestuurders al sensibiliseren met affiches en spotjes op radio en tv.