De voorbije 15 jaar lag de junimaand constant boven het gemiddelde van de periode 1991-2020, maar «juni 2023 ligt ver boven de andere», zegt Julien Nicolas van Copernicus. «Dit is een anomalie waaraan we niet gewend zijn.» De gemiddelde wereldwijde temperatuur bedroeg 16,51 graden in juni, 0,53 graden meer dan het gemiddelde van de drie voorbije decennia. Het vorige record, uit juni 2019, lag 0,37 graden boven de normale waarde.
Het record van vorige maand is voor een groot deel toe te schrijven aan de hoge temperaturen van het wateroppervlak. Dat beslaat 70% van het hele aardoppervlak. In mei al werden er records opgetekend boven de Stille Oceaan, door het begin van El Niño. In juni volgde de noordelijke Atlantische Oceaan, waar de hittegolven op zee «vele mensen verrast hebben door ongeziene niveaus te bereiken».
Dat leidde tot hoge temperaturen op de Britse eilanden, maar ook verderop in Noordwest-Europa werden records bereikt. Zo was juni niet alleen in België de warmste junimaand ooit, ook in Nederland werd dat record verbroken. Tegelijk is het in het westen van Australië, het westen van de Verenigde Staten en het westen van Rusland wel koeler dan gewoonlijk.
El Niño
Delen van Zuid-Europa en Turkije waren dan weer juist natter dan gebruikelijk, zegt Copernicus. Elders was de droogte erger dan anders, wat tot zware natuurbranden kan leiden. Copernicus merkt ook nog op dat het zee-ijs op Antarctica eveneens ernstig is afgenomen, tot 17 procent minder dan het gemiddelde. In februari, op het einde van de poolzomer, had het ijsoppervlak voor het tweede jaar op rij al het historische minimum bereikt.
De trend is daarmee duidelijk, en lijkt zich ook in juli verder te zetten. Afgelopen dinsdag was de warmste dag ooit op wereldniveau, bleek op basis van voorlopige Amerikaanse gegevens. De opwarming die al bezig is zal de komende maanden verder gevoed worden door El Niño.
De gegevens van Copernicus gaan terug tot 1950 en zijn samen met die van het Amerikaanse NOAA de betrouwbaarste en meest gebruikte.