SOUNDCHECK. Wannes Cappelle neemt Mozart onder handen: «Klassieke muziek kan niet meer beter: het beste is al gemaakt»

SOUNDCHECK. Wannes Cappelle neemt Mozart onder handen: «Klassieke muziek kan niet meer beter: het beste is al gemaakt»
Foto Y. Kuwayama

Dag Wannes! Hoe ben je op het bijzondere idee gekomen om werk van Mozart onder handen te nemen?

Wannes Cappelle: «Twee jaar geleden hadden we al liederen van Franz Schubert herwerkt, nadat Nicolas naar een optreden van Het Zesde Metaal was komen kijken. Hij had bij mij een zaadje geplant om iets te doen met het werk van Schubert. Het zou mij goed afgaan, zei hij. Ik had er niet meteen tijd voor, maar zijn idee bleef wel ergens in mijn achterhoofd zweven. Totdat het Festival van Vlaanderen me vroeg om een avond te programmeren. Ik heb te weinig verstand van klassieke muziek en voelde me dus niet de geschikte persoon. Toch bleven ze aandringen, en toen moest ik denken aan wat Nicolas me een jaar eerder had ingefluisterd. Zo is de bal aan het rollen gegaan. Het was als eenmalig project bedoeld, maar ik vond het zo tof dat we ermee op tournee gegaan zijn en een album opgenomen hebben. ‘Schubert heeft meer dan zeshonderd liederen geschreven, dus zijn we nog voor een tijdje zoet’, dacht ik toen. Maar Nicolas stelde voor om een uitstapje te maken naar Mozart: een heel andere sfeer dan Schubert. Het werk van Mozart is speelser en uitdagender om te zingen.»

Waarom vond je het werk van Mozart uitdagender?

«Schubert ligt dichter bij mezelf, omdat ik net als hem de neiging heb om over donkere thema’s te schrijven. Mozarts insteek is doorgaans lichter. Zelfs in een serieus lied als ‘Abendempfindung’, over de dood. Op het eerste gehoor klinkt het redelijk donker, maar er zit eigenlijk heel veel humor in vervat. Het lied gaat over iemand die een voorbeschouwing doet over zijn eigen dood. Hij beeldt zich in hoeveel verdriet zijn vrienden zullen hebben. Het is zo doordrenkt in zelfmedelijden dat het bijna geestig wordt. (lacht) Dat ligt mij wel. Bovendien schrijf je als singer-songwriter liedjes die goed bij je stem passen. Voor dit project moest ik een partituur volgen, met noten die soms niet echt mooi klonken. In de pogingen om die mooier te doen klinken, ontdekte ik dat mijn stem meer mogelijkheden heeft dan ik tot dan toe dacht. Mijn stembereik bijvoorbeeld; dat heb ik veel meer uitgebreid.»

«Ook op andere vlakken was Mozart uitdagend. Zo staan er twee herwerkingen op de plaat van ‘Die Zauberflöte’, waarin Papageno zingt hoe graag hij een vrouwke wil vinden. Da’s al moeilijker te vertalen naar vandaag. Niet het meest evidente om te doen in deze woke tijden. Het was in dat opzicht soms balanceren op een dun koord.»

Zou Mozart al lang gecanceld zijn mocht hij in 2022 geleefd hebben?

«Ja. Het is af en toe wel seksistisch. Maar in die tijdsgeest... Enfin, je kunt het niet zomaar klakkeloos vertalen.»

Was je altijd al een liefhebber van klassieke muziek?

«Niet speciaal. Thuis staat Klara vaak op als achtergrondmuziek. Rustgevend. Als tiener heb ik muziekacademie gedaan. Klassieke muziek is mij dus niet totaal vreemd, maar met klassieke liederen was ik echt niet vertrouwd. Hier en daar herkende ik wel iets, maar het was een heel boeiende tocht om zowel muzikaal als tekstueel in die wereld te duiken. Heel verrijkend ook voor mij als songschrijver. Ik ben momenteel bezig aan een nieuwe plaat voor Het Zesde Metaal, en ik voel dat dit project me inspireert bij het schrijven. Zo is er iets van Schubert in mijn werk geslopen: hij schreef zijn teksten niet zelf maar schakelde daarvoor dichters in, die vaak beeldspraak gebruikten met de natuur als thema. Dat zou ik zelf niet snel doen, maar ik merk dat het nu wel spontaan in mij opkomt.»

Vind je dat de jeugd van vandaag klassieke muziek onderwaardeert?

«Goh. (denkt na) Ik denk dat dat altijd al het geval geweest is. Ik zit niet met een frustratie over de mindere belangstelling voor klassieke muziek. Mensen doen wat ze willen. Ik vind het leuk om mensen iets nieuws te leren kennen, maar ik ben er niet missionair in. Akkoord, klassieke muziek is nooit het populairste genre geweest. Maar het gaat ook nooit verdwijnen. Het is een schat die vorige generaties voor ons achtergelaten hebben; een schat die mensen altijd zal blijven boeien. Temeer omdat klassieke muziek – in mijn ogen – niet meer beter kan: het beste is al gemaakt. (lacht) De genieën – zoals Mozart, Schubert, Beethoven en Bach – hebben zóveel topwerken vervaardigd dat je nog zoveel variaties op het thema kunt uitvoeren als je wil: als je écht wil vernieuwen in het genre, moet je experimenteel gaan, en daarmee zal je nooit het gigantisch grote publiek bereiken zoals indertijd. Het moet frustrerend zijn voor hedendaagse componisten, die andere paden proberen te verkennen.»

«Wat ik nu wel voel als we onze herwerking live brengen: het publiek hóórt weer wat er verteld wordt. Doorgaans zit het publiek er bij een klassiek concert heel respectvol – ietwat stijfjes – bij, met een boekje waar ze af en toe een blik op werpen om de tekst te begrijpen. Maar er komt geen reactie op het verhaal of de boodschap die gezongen wordt. Terwijl die teksten soms boordevol humor zitten. Bij onze concerten lachen de mensen en zijn ze ontroerd op de juiste momenten: de boodschap wordt weer levend. Het begeestert de mensen weer en draait niet meer louter om het muzikale.»

De erkenning is alleszins groot, want de plaat met de herwerking van Schubert heeft goed verkocht en werd met lof overladen. Doet dat extra deugd?

«Ik had het vooral niet verwacht. Voor hetzelfde geld werd ‘Kom, benevelt mie!’ neergesabeld door de klassieke muziekwereld. Er zijn uiteraard mensen die het heiligschennis vonden, maar de grootste groep ervoer het als iets fris. Het mooiste compliment was iemand van het conservatorium van Antwerpen die zei dat ik les moest komen geven over tekstinterpretatie aan de klassieke zangers. Dat was voor mij een bevestiging dat ons werk een meerwaarde heeft. Het zorgt ervoor dat mensen weer aandacht krijgen voor de boodschap, die steeds minder spreekt naarmate de tijd verstrijkt. Hoe maf is het trouwens dat we die tekst ‘betonneren’? De taal is verouderd, net als de thematiek en de beeldspraak. Als je de boodschap in klassieke liederen niet verloren wil laten gaan, moet je die teksten vertalen. De Bijbel wordt toch ook steeds opnieuw vertaald?»

«Als ik Nicolas mag geloven, staat de manier waarop wij de werken nu brengen dichter bij hoe het oorspronkelijk gebracht werd. Het waren niet per se grote, geschoolde zangers die de liederen zongen. Schubert zong zijn liederen soms zélf, met krakende stem. Door de eeuwen heen is er een stemtechniek ontwikkeld die we nu kennen als ‘de klassieke operazanger’. Die manier van zingen maakt dat de klanken sterk op elkaar lijken, waardoor je nog minder hoort wat er eigenlijk gezongen wordt. Tegenwoordig moet je al heel goed de oren spitsen om te weten of ze in het Duits, Italiaans of Engels aan het zingen zijn. Het klinkt op den duur allemaal hetzelfde.»

Heb je je ook verdiept in de figuur van Mozart, of enkel in zijn muziek?

«Ik heb een podcast beluisterd over Mozart en zijn biografie gelezen. Ik vond het belangrijk om hem te doorgronden. We voeren immers een heel programma op, waarbij ik vertel tussen de liedjes. Ik breng die bindteksten zoals ik me voorstel hoe Mozart ze zou brengen: met heel veel humor, die mensen soms ook ongemakkelijk doet voelen.»

Heb je de smaak nu te pakken? Mogen we nog meer herwerkingen van klassieke componisten verwachten van jullie?

«Ik vind het zo leuk om te doen, dus als ik tijd heb, wil ik het graag voortzetten. Er zijn nog geen concrete plannen, maar van zodra er een luwe periode aanbreekt in mijn agenda weet ik wat gedaan.»

‘Verslegen Nevest Gie’ is nu uit bij BBClassic. Wannes Cappelle en Nicolas Callot gaan op tournee met hun plaat: op 9/12 staan ze in Cultuurcentrum Evergem, op 10/12 in CC De Wissel in Wingene en op 11/12 in Kerk Sint-Blasius-Boekel in Zwalm. Voor meer concertdata, check www.peterverstraelen.com.