SOUNDCHECK. Op ‘Beef Met Mezelf’ rapt de Limburgse rapper DIKKE over de tol van de roem: «Ik was niet klaar voor het succes dat op mij afkwam»
Mohammed Eddahbi Agounad, aka DIKKE, is alomtegenwoordig: de rappende mijnwerkerszoon beleefde zijn Grote Doorbraak in volle coronatijd, toen hij met ‘130 Kilo’ en ‘Nooduitgang’ in één jaar tijd twee albums dropte. Terwijl radiozenders in Nederland en België zijn recentste hits ‘Gasolina’ en ‘Laat Me Ff’ grijsdraaien, strikte Metro de hemelbestormer uit Lummen voor een gesprek over zijn doorbraak, hiphop in de Lage Landen en WK-stuntploeg Marokko.
Foto N. Palmers
Par Quentin Soenens
Dag DIKKE! Wanneer is je interesse voor rap en hiphop ontstaan?
DIKKE: «Vrij vroeg. Ik was een jaar of elf; toen is mijn broer op vakantie geweest naar de Verenigde Staten. Hij kwam terug met cd’s van 50 Cent en Biggie Smalls. Ik heb die platen gestolen omdat ik geen cd’s had om met mijn discman naar te luisteren. Een paar jaar later ontdekte ik Nederlandse hiphop. Toen is het balletje vanzelf aan het rollen gegaan. Ik had als kind sowieso al de gewoonte om mijn wildste fantasieën op papier te zetten. Naarmate ik ouder werd, werden die verhalen gedichten, en daarna verses. Op mijn veertiende maakte ik al liedjes, die ik online zette. Ik heb toen een aantal optredens gegeven voor een heel klein publiek, maar die verbleken uiteraard bij de shows die ik nu geef.»
Je debuutalbum was meteen je doorbraak: je stond op 1 in de Belgische Ultratop en in Nederland bombardeerde het hiphopplatform 101 Barz jou tot ‘Talent van de Maand’. Had je zo snel succes verwacht?
«Ik kan het geen succes noemen, want door corona heb ik er niet maximaal van kunnen genieten. Ik besefte niet hoe bekend ik was geworden. De foto’s met de fans, optredens, de glamour en ook wel de financiële boost: ik zag het allemaal door mijn neus geboord.»
Je nieuwste album heb je ‘Beef Met Mezelf’ genoemd: waarom die titel?
«Het album is een reflectie op de afgelopen twee, drie jaar. Sinds mijn debuutplaat is mijn leven in een stroomversnelling beland. Daar horen ups en downs bij: ik heb de beste en slechtste versies van mezelf gezien. De DIKKE van ‘130 Kilo’ is niet dezelfde als de persoon die ik nu ben. Misschien komt dat omdat ik tijdens de coronacrisis doorgebroken ben. Toen die voorbij was, zijn er andere deuren opengegaan voor mij. Pas dan kon ik de impact van mijn werk ten volle ervaren. Het succes dat toen op mij afkwam: daar was ik misschien nog niet helemaal klaar voor en heb ik mezelf in verloren. Ik was meer bezig met mijn carrière dan met iets anders. Op een bepaald punt stond ik meer in de schoenen van de artiest dan in die van de persoon achter de artiest. Daar horen verlies en emoties bij. Eenmaal ik dat besefte, zat ik diep. Ik was niet 100% mezelf meer, voelde me niet meer authentiek. Ik had me veel te veel laten leiden door mijn artiestenbestaan. Dat inzicht kwam er tijdens de samenstelling van dit album, en daaruit is ook de titeltrack ontstaan. Ik had ruzie met mezelf, want ik probeerde tevergeefs twee verschillende levensstijlen met elkaar te verzoenen.»
Er staan tegenwoordig heel veel hiphoptalenten op in de Lage Landen die in hun moedertaal rappen. Is het niet lastig om nog echt onderscheidend te zijn in een markt met zo’n overaanbod aan artiesten?
«Hiphop wordt in België heel anders ontvangen door het publiek dan in Nederland. Het doelpubliek is verschillend en de grootste hiphopartiesten zijn in beide landen anders. Bovendien is de Nederlandse markt veel groter, waardoor hiphopartiesten hun muziek verruimd hebben. Hier moet dat nog gebeuren. Om mezelf te onderscheiden moet ik vooral op mezelf focussen, en niet op de rest. M’n eigen ding blijven doen. Weet je, mezelf onderscheiden is ook niet de essentie van de muziek die ik maak – wel mezelf verbeteren.»
Maar wordt het niet lastiger om een deel van de hiphopkoek te claimen?
«Tuurlijk wel, maar is dat niet bij alles zo? Hoe groter de markt, hoe harder iedereen moet werken om een stuk van de taart te krijgen. Dat moeten we nu eenmaal aanvaarden.»
Er zijn tegenwoordig heel veel rijzende sterren in de hiphop die hitjes scoren, maar slechts weinigen slagen erin om een hele carrière lang relevant te blijven. Wat is volgens jou het succes van een langdurige hiphopcarrière?
«Ik kan die vraag niet beantwoorden, omdat ik nog aan het bouwen ben aan mijn carrière. Ik vind van mezelf dat ik nog niet voldoende ervaring heb om ‘de sleutel tot succes’ te benoemen. Nu is het vooral zaak om consistent te blijven werken, zowel voor als achter de schermen. En zo goed mogelijk met beide voeten op de grond blijven staan. Niet naast mijn schoenen beginnen lopen maar zo authentiek mogelijk blijven.»
Een uitsmijtertje: voor wie heb je gesupporterd tijdens de WK-match Marokko - België?
«Marokko. Er blijven weinig van mijn familieleden over in Marokko – alleen mijn opa woont er nog – maar de band met mijn roots is en zal altijd heel sterk blijven. Ik ben omringd met landgenoten; de meeste van mijn vrienden zijn Marokkanen.»
«Ik ga geen boude voorspellingen doen over een finaleplaats voor Marokko, maar ik hoop er wel op. (lacht) Ik geloof in het team dat we nu hebben. We hebben al geschiedenis geschreven in Qatar met onze halvefinaleplaats, dus dit WK is sowieso al geslaagd voor ons.»