Een dertig jaar durende burgeroorlog. Een tsunami in 2004 die het leven eiste van 38.000 mensen. Islamtische terreuraanslagen in 2019. De afgelopen twintig jaar zijn niet mals geweest voor Sri Lanka. En dan moest de genadeslag nog komen. Gigantische leningen aan China sloegen al een gat in de begroting, maar de wereldwijde pandemie slaat een kilometersdiepe krater. In de zomer van 2022 verklaart het land zich officieel failliet. Politieke rellen, armoede en een elektriciteitsnet dat het om de haverklap begeeft: samen met de economie, stort ook het toerisme in.
Het goede nieuws: anderhalf jaar later chillen surfinstructoren als vanouds op het strand, staan de hoteldeuren wagenwijd open en voeren kleurrijke tuktuks de toeristen opnieuw met bosjes naar wijdse natuurparken. En de zon? Die heeft nooit een dag vrijaf genomen. Wanneer wij eind november na onze landing wegrijden uit het drukke Colombo, belanden we razendsnel in het ware Sri Lanka. Rondom ons slingeren aapjes in de bomen, torenen de palmbomen metershoog boven ons uit, zien we boeren werken in de pittoreske rijstvelden en oogt de omgeving eindeloos smaragdgroen. We begrijpen meteen waarom toeristen zo trouwen blijven aan dit tropische eiland.
Wildlife in herstel
We zijn op weg naar het groene hart van Sri Lanka. Centraal op het eiland bloeit het ecotoerisme hier al jaren. De troeven liggen met zijn 26 nationale parken, 9 UNESCO Wereldsites en talloze natuurreservaten dan ook voor het rapen. Onze eerste stap is Habarana, een toeristisch toevluchtsoord. De reden: de honderden inheemse Ceylon-olifanten die er leven in de vele naburige parken en reservaten. Onze gids Neelaka neemt ons vandaag mee naar een olifantensafari in het Hurulu Eco Park. «Eeuwen geleden liepen er op Sri Lanka 30.000 olifanten rond», legt hij uit terwijl we in een zwarte jeep het domein binnenrijden. «Maar tijdens de kolonisatie werden ze massaal uitgemoord. In 1970 waren er nog een 2000-tal over.»
Dankzij herstellende maatregelen zijn ze vandaag weer met 7.500. Het duurt dan ook slechts enkele minuten vooraleer we tussen de wilde begroeiing de eerste familie spotten, inclusief twee wel erg schattige baby’s. Ongestoord slingeren ze met hun slurf de grassen naar binnen. Maar ook wanneer we even geen olifant spotten, geven we dankzij Neelaka onze ogen de kost. Onderweg wijst hij ons op andere wezens die hier hun intrek namen: zilverreigers, piepkleine aquagroene bijeneters, spotlijsters, tjirpende koekoeks en een imposante arend, verscholen in de bomen. Een paradijs voor ornithologen.
Wanneer de zon ondergaat rijden we het park uit langs een drukke autoweg, waar we een olifant op zijn eentje zien grazen. Neelaka legt uit dat de dieren vandaag met een nieuwe uitdaging te kampen hebben. «Sinds Sri Lanka zich verder ontwikkelt, hebben olifanten delen van hun habitat verloren», vertelt hij. «Maar zij hebben altijd de neiging om in de buurt te blijven van hun oorspronkelijke leefgebied. Als dat stukje verdwijnt, verdwalen ze. Dat leidt tot conflict met het volk. Vandaag schieten boeren nog steeds olifanten neer wanneer ze op hun erf komen.» In 2021 nam de regering nog bijkomende maatregelen tegen het dierenleed onder bewoners en in de toerismesector. Zo staat er nu een doodstraf op het vangen of het doden van een olifant. Maar of die wet gehandhaafd wordt, is een ander paar mouwen.
Natuurbewust hiken
We reizen meer richting het zuiden naar de tropische Knuckles Conservation Forest, gelegen in een bergketen in de vorm van de knokkels van een gebalde hand. Dit natuurgebied, dat een van de twee natuurreservaten is dat beschermd wordt door UNESCO, heeft zijn eigen unieke klimaat. Nevelwouden, 1030 soorten planten en meer dan 100 soorten vogels: ondanks de relatief kleine oppervlakte, vind je de grootste biodiversiteit van Sri Lanka hier.
Neelaka, samen met onze lokale berggidsen die in het gebied wonen, brengt ons vandaag naar een bescheiden top in het bergachtige gebied. Hier alleen wandelen, is verboden. Voor vertrek duwt Neelaka ons nog een grijs zakje in onze handen, waarin iets zit dat lijkt op een paar beenwarmers gemaakt uit regenjekkerstof. «Tegen de bloedzuigers», zegt hij droogjes. Niet het soort biodiversiteit waarop we gehoopt hadden.
Na een fikse tropische regenbui – niet onze enige zal blijken – startten we onze steile tocht omhoog. Dat onze berggidsen deze tocht bijna dagelijks afleggen, is eraan te voelen. Aan een vlammend tempo banen ze zich een weg tussen de guava- en ebbenbomen en over de graslanden. Wij kunnen niet anders dan puffend volgen, in het gezelschap van drie straathonden die ons spontaan volgen. Zo’n 450 zweterige hoogtemeters later wacht onze beloning ons op: een eindeloos zicht op de knokelige bergketen, de diepgroene theevelden en de duizenden bomen. Dat we nu één zijn met de natuur, bewijst ook de bloedzuiger die we van onze broek moeten plukken.
Gouden balans
Met zijn natuurlijke rijkdom heeft Sri Lanka het potentieel om een van de meest duurzame bestemmingen ter wereld te worden. We denken dan aan de mangrovebomen, die vier keer meer CO2 absorberen dan de gemiddelde Belgische boom, waarlangs we varen. Of aan de trein die een nationaal symbool is en gemakkelijk zijn plekje verdient in onze top drie van mooiste treinreizen ter wereld. Of zelfs naar de keuken die bekendstaat om verrukkelijke gerechten met lokale ingrediënten zoals curry’s met jackfruit, hoppers (soort van eipannenkoeken), dahl en sambol. En uiteraard ook de handgeplukte, organische thee aan het eind van ieder gerecht.
Hoewel het ecotoerisme nog elk jaar groeit, worstelt het land echter om zich tot een waar duurzaam paradijs te transformeren. Voor de toerist is Sri Lanka dan wel weer een droomlocatie als vanouds, voor de lokale bevolking is dat het allerminst. «De toeristen zijn teruggekeerd», bevestigt Neelaka, «Maar de gigantische inflatie blijft. Alles is drie keer duurder geworden, van gas tot broden.» In 2022 verlieten al 300.000 Sri Lankanen, voornamelijk dokters en ingenieurs, het land. In 2023 komen daar volgens Neelaka zeker nog eens 100.000 bij. Steunmaatregelen van de regering blijven uit. Laat staan dat een groene transities aangemoedigd wordt: «Op zonne-energie kan je nu eenmaal minder taksen heffen», zucht Neelaka. De toeristische sector roeit intussen met de riemen dat het heeft, en zoekt naar de gouden balans tussen economische en duurzame groei.
Waar (ecologisch) verblijven?
In de groene delen van Sri Lanka poppen ecoverblijven als paddenstoelen uit de grond. Wij verblijven deze keer in de Cinnamon Lodge (*****), een prachtig verblijf in de wildernis. Waar ooit een onvruchtbaar lap landbouwgrond lag, groeien nu 2000 bomen waaronder plamen, neembomen, teakbomen en kumbuk. Sinds Cinnamon Lodge veertig jaar geleden het gebied onder handen namen, dwalen er apen, vlinders en de occasionele olifant rond, vlak aan het uitgestrekte Habaranameer aan de voet van het hotel. «Water is een privilege», legt een hotelmedewerker uit. Zij zagen het peil van het water recent nog tot nieuwe dieptes zakken na maanden droogte. Cinnamon Lodge is dan ook extra zuinig. Zo gebruiken ze het afvalwater om hun bomen te besproeien en verkopen ze hun bladeren als compost aan lokale boeren, tegen een zachte prijs. «We willen dicht bij onze gemeenschap blijven», verklaart hij. Een deel van de winst investeren ze in schoolgerei voor naburige kinderen. Zo slaat Cinnamon Lodge met succes een brug tussen luxe en duurzaamheid. Dat zie je aan de ruime stijlvolle kamers in aardetinten en het impressionante zwembad, maar net zozeer aan de zorg waarmee medewerkers dit gebied levend houden. Het resultaat is een groene oase waarin we helemaal tot rust komen.
Cinnamon Lodge Habarana, vanaf 85 euro per nacht www.cinnamonhotels.com
5 must-sees in Sri Lanka
* Sigiriya Rock: een imposante rots te midden van de graslanden, die in de derde eeuw voor Christus nog diende als boeddhistisch klooster en later als koninklijk paleis.
* Galle: hier zie je de restanten van het Nederlandse koloniale verleden nog om iedere hoek. Een havenstadje dat geschiedenis ademt.
* Madu River Safari (Balapitiya): geniet van Sri Lanka’s adembenemende biodiversiteit, maar dan relaxt in een bootje.
* Giragama Tea Factory (Pilimathalawa): proef een kopje van ’s werelds beste thee in een koloniaal herenhuis waar thee ambachtelijk gemaakt wordt.
* Heritanca Kandalama (Dambulla): dit iconisch hotel van de modernistische architect Geoffrey Bawa wordt volledig opgeslokt door de natuur. Voor een unieke overnachting in een wereldberoemd hotel.
Praktische info
Reizen naar Sri Lanka doe je het best in december t.e.m. maart (westen, zuiden) of april tot en met september (oosten en noorden). Met SriLankan Airlines vlieg je rechtsreeks van Parijs-Charles De Gaulle vanaf 1050 euro heen en terug. Gidsen en vervoer via Aitken Spence Travels.
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be