Deze gemeentes verliezen tot de helft van hun bushaltes

Deze gemeentes verliezen tot de helft van hun bushaltes
Belga / J-L. Flémal

De Lijn zet zaterdag de tweede en belangrijkste stap in de uitrol van de zogenaamde basisbereikbaarheid, waarbij bussen en trams geconcentreerd worden op lijnen met grotere vraag, tussen woonkernen en andere belangrijke knooppunten. De keerzijde is dat reizigers die naar buitenwijken of verder afgelegen gebieden willen pendelen, aangewezen zijn op flexibel vervoer met belbussen, al dan niet in combinatie met deelauto’s, -fietsen, -scooters en -steps.

Over heel Vlaanderen verdwijnen er netto 3.800 haltes - er worden meer dan 6.100 haltes geschrapt, terwijl er ruim 2.300 opstapplaatsen bijkomen -, zo berekende De Tijd op basis van gegevens op de website van De Lijn. In eerdere communicatie sprak De Lijn nog over een verlies van iets meer dan 3.200 haltes.

Minder haltes in West-Vlaanderen, Limburg en Vlaamse Ardennen

In bijna twee op de drie steden en gemeenten in Vlaanderen ligt het aantal haltes na de hervorming lager dan vandaag. Vooral in West-Vlaanderen, Limburg en gemeenten in de Vlaamse Ardennen zijn de verschillen uitgesproken. Dertig gemeenten verliezen meer dan een derde van het aantal opstapplaatsen, in vijftien gemeenten gaat het om een verschil van ruim 40%. Het Oost-Vlaamse Zele verliest bijna 60 % van de haltes, Laakdal (Antwerpen) en Koekelare (West-Vlaanderen) de helft.

«Tsunami aan klachten»

TreinTramBus maakt zich grote zorgen. «Het wordt afwachten voor welke reizigers dit een stap vooruit is», zegt woordvoerder Kees Smilde. «We verwachten alleszins chaos en een tsunami aan klachten.»

Zowel De Lijn als Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) beloofde eerder al de impact van de hervorming nauwgezet op te volgen en bij te sturen waar nodig.

Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be