Elke twaalf minuten belandt er een sigarettenpeuk op de grond bij een Vlaams buststation, zo blijkt uit een onderzoek van Mooimakers, het Vlaams initiatief tegen zwerfvuil en sluikstort, samen met De Lijn en de steden Sint-Niklaas, Tienen, Sint-Truiden en Mechelen. De onderzoekers plaatsen op vier verschillende locaties verschillende soorten recipiënten. En daaruit blijkt dat de peukenpalen veel beter werken dan peukentegels.
«Peuken zijn ook zwerfvuil»
«Bij de twee busstations met palen, een recipiënt op armhoogte, kwam gemiddeld 31% van de peuken terecht terwijl de tegel, een soort asbak in de grond met een rooster, slechts 17% van de peuken opving», klinkt het in een persbericht. Bij een paal met fluogroene randen belandde zelfs 36% van de peuken in de recipiënt», zeg Jan Verheyen van Mooimakers. «Er zijn nog veel mensen die zich er niet van bewust zijn dat een peuk ook zwerfvuil is. Het gaat schijnbaar om een klein stukje afval, maar klein betekent niet onschuldig. Na tien tot vijftien jaar zouden peuken volledig vergaan zijn, maar niets is minder waar: de microplastics die in de peuken zitten, vergaan namelijk nooit. Daarnaast zijn wachtlocaties zoals openbaarvervoerstopplaatsen gevoelig voor de zwerfvuilproblematiek.»
Met deze studie en een grootschalige peukencampagne wil Mooimakers duidelijk maken dat peuken in de vuilnisbak horen en niet op de grond, in het rioolputje of de natuur.