Pickleball wordt beschreven als een kruising tussen tennis, pingpong en badminton. Het jolige spel werd in 1965 uitgevonden door drie vaders van middelbare leeftijd in de staat Washington en werd niet genoemd naar augurken, maar naar Pickles, een vrolijke hond en vriend aan huis.
Je speelt het spel met een palet dat net iets groter is dan een pingpongpalet en een geperforeerde plastic bal. Het veld is slechts een fractie van de grootte van een tennisveld en het net hangt behoorlijk laag. Met andere woorden is het gedoemd om hetzelfde verwijt te krijgen als padel, namelijk dat het tennis zou zijn voor mensen die niet kunnen tennissen. Maar de kracht van pickleball zit er net in dat de sport zo gemakkelijk aan te leren is en minder uitputtend is dan een potje tennis. Het zorgt er ook voor dat de sport op dit moment erg populair is bij zestigplussers.
Ook in België?
Maar dat zal allicht niet zo blijven, als we de cijfers bekijken op dit moment in de VS. NPR gaf aan dat er momenteel 4.8 miljoen spelers zijn in de States, bijna het dubbele van het aantal spelers vijf jaar geleden. Nieuwe spelers moeten soms weken wachten vooraleer ze een veld kunnen bemachtigen. Bovendien zijn er nu twee professionele toernooien pickleball per jaar en krijgt de sport steeds meer sponsoring, eerst om te kunnen doorbreken in andere landen, daarna om een olympische sport te kunnen worden. De grootste groei van Amerikaanse spelers zit daarom ook bij spelers die jonger zijn dan 55, waardoor pickleball door een heuse verjongingskuur aan het gaan is.
‘Pickleball Belgium’ geeft op zijn website een overzicht van plaatsen waar het spel gespeeld kan worden in België. Zo kan je nu al terecht in onder meer Doornik, Brussel, Namen, Koekelberg en Hoepertingen voor een rondje pickleball.