Het team van psychologe Rahel Marti mat de hersenactiviteit van 19 mannen en vrouwen toen zij een levende hond en een pluchen leeuw van vergelijkbare grootte aaiden. De leeuw was gevuld met een warmwaterkruik, zodat hij dezelfde temperatuur had als de levende hond.
Sociale en emotionele interacties
De hersenactiviteit nam in beide gevallen toe, maar meer bij het aaien van de hond en ook gedurende langere tijd, aldus het onderzoek gepubliceerd in tijdschrift Plos One. Vooral in de prefrontale cortex, die verantwoordelijk is voor het beheer van sociale en emotionele interacties, was een duidelijk verschil merkbaar. Ook bij herhaaldelijk contact met de hond nam de hersenactiviteit toe, wat niet het geval was bij het aaien van de pluchen leeuw. De onderzoekers schrijven dit toe aan het ontstaan van een sociale band.
De resultaten van de proefstudie moeten wel nog op grotere schaal worden bevestigd. Momenteel wordt een vervolgonderzoek uitgevoerd bij mensen met psychische stoornissen, aldus de universiteit van Bazel. Uit eerder onderzoek is al gebleken dat een positieve interactie met een hond een gunstig effect heeft op bepaalde stressparameters en op de afscheiding van het zogenaamde ‘gelukshormoon’.