De term ‘gouden penis syndroom’ (GPS) ontstond uit frustratie op het Sarah Lawrence College, een universiteit waar de studentenpopulatie voor 75% uit vrouwen bestond en voor 25% uit mannen. Dat genderonevenwicht zorgt ervoor dat mannen schaars en gegeerd goed zijn voor hetereseksuele vrouwen.
Mannen zitten in deze situatie dus in een luxepositie: ze hebben amper concurrentie van andere mannen en hebben ‘keuze’ uit heel wat vrouwen, terwijl vrouwen het moeten stellen met wat die kleine mannenpopulatie te bieden heeft. Al die vrouwelijke aandacht kan naar een man zijn hoofd stijgen, waardoor mannen in de minderheid het gevoel krijgen dat ze ‘een gouden piemel’ hebben en hun zelfwaarde veel hoger zullen inschatten dan wat het in werkelijkheid misschien is.
Het probleem is niet alleen dat misplaatste arrogantie in het algemeen niet meteen aantrekkelijk is, maar ook dat het dategedrag van GPS-man pas echt afstotelijk is.
Minder monogaam, minder moeite
In The Cosmopolitan analyseert journalist en auteur van het boek ‘Date-onomics’ Jon Birger het fenomeen: «Er was niets bijzonder aan die mannen, maar ze geloofden écht dat ze een gouden penis hadden.» Daardoor wordt daten in zo’n context vaak minder monogaam: «Waarschijnlijk beseffen die mannen dat ze veel opties hebben en theoretisch gezien kunnen blijven daten met nieuwe vrouwen. Daardoor hebben ze minder redenen om een langetermijnrelatie aan te willen gaan.»
Birger zegt ook dat de GPS-man niet meteen aangespoord wordt om goed de presteren als datemateriaal: waarom alles uit de kast halen om een vrouw te verleiden als je «zo’n gegeerd goed» bent? Waarom moeite doen om de vrouw te plezieren onder de lakens? Als man zijn al genoeg is om in het oog te springen op de datingmarkt, hoef je geen extra energie te steken in je uiterlijk, gedrag of seksuele performance.
Succesvol?
Of die datetechniek van mannen met gouden flieters langdurig werkt, is natuurlijk een andere vraag. De kans dat een vrouw zo snel mogelijk wegrent wanneer ze tijdens de eerste date ontdekt dat een man gelooft dat zijn piemel van goud is, is tenslotte niet onbestaande.
Gelukkig is de Vlaamse universiteitscontext net wat anders dan de Amerikaanse: onze campussen zijn vaak een pak minder geïsoleerd van de buitenwereld, waardoor het gemakkelijker is om ook mannen buiten de campus te leren kennen. Maar vrouwen in de richtingen psychologie, rechten, taal- en letterkunde of pedagogie zijn toch best op hun hoede: de kans is niet onbestaande dat de zeldzame man in die aula’s gelooft dat zijn edele delen uit goud bestaan.