Een groep onderzoekers van de universiteit van Oxford analyseerden het eetgedrag van meer dan 470.000 Britten en het mogelijke verband met risico op ziekte. Op basis van hun analyse blijkt dat er daadwerkelijk heel wat gezondheidsvoordelen te behalen zijn bij een vleesarm dieet. «Mensen die weinig vlees eten, weinig vis eten of een vegetarische levensstijl hebben, werden geassocieerd met een lager risico op alle kankers in vergelijking met vleeseters», klink het in de studie. Hun resultaten komen overeen met het geldende advies om minder rood en bewerkt vlees te eten en meer volkoren, fruit en groenten.
Concreet besluit de studie dat pescetariërs (mensen die geen vlees eten, maar wel vis) 10% minder kans liepen op kanker. Mensen die minder dan zes keer per week vlees aten hadden volgens de studie 9% minder kans op darmkanker dan mensen die vaker, en dus geregeld, vlees aten. Diezelfde groep had ook 2% minder kans om risico te lopen op kanker in het algemeen. Vrouwen die vegetarisch eten, hebben 18% minder kans om borstkanker te ontwikkelen na de menopauze. Vegetarische mannen hebben 31% minder kans op prostaatkanker, bij pescetarische mannen gaat het om een risico dat 20% lager is dan bij vleeseters.
Andere risicofactoren
Toch is er een kanttekening: de onderzoekers benadrukken dat hun resultaten nog geen rechtsreeks oorzakelijk verband aantonen tussen vlees eten en het risico op kanker. Andere risicofactoren zoals roken en lichaamsvet kunnen ook meespelen in de ontwikkeling van die ziekte. «Het lagere risico op darmkanker bij mensen die weinig vlees eten komt overeen met eerder bewijs dat suggereerde dat vlees eten een negatieve impact heeft. Het lager risico bij vrouwen op borstkanker na de menopauze is dan weer eerder te verklaren door hun lagere BMI», zeggen de onderzoekers van Oxford. Ook wat betreft de prostaatkankers zijn de onderzoekers nog eerder voorzichtig met hun conclusies en wijzen ze naar andere risicofactoren.
Toch benadrukken ze dat hun studie aantoont dat eetgedrag, zoals weinig vlees en vis, voor een lager risico op bepaalde kankers kan zorgen. In dit geval gaat het dan vooral over darm-, borst- en prostaatkanker.