Al meer dan een eeuw geleden legden de Amerikaanse psychologen Robert Yerkes en John Dilligham Dodson de invloed van motivatie op onze gedragstaken bloot. De universiteit van Genève (UNIGE) maakt dat effect met een nieuw experiment nog duidelijker, zo blijkt uit een persbericht dat donderdag werd uitgestuurd.
Het laboratorium van assistent-professor Sami El-Boustani, van de faculteit neurowetenschappen aan de UNIGE, bestudeerde de neurale circuits die betrokken zijn bij die mechanismen. In samenwerking met Carl Petersen van het Swiss Federal Institute of Technology in Lausanne (EPFL), ging zijn team na op welke manier de informatie die neuronen doorgeven in de cortex wijzigt door veel of weinig motivatie. Vervolgens keken ze naar het effect op het leren en maken van keuzes. Daarvoor maakten de wetenschappers gebruik van muizen, wier waterverbruik werd gecontroleerd.
Muizenspel
Ze trainden de dieren om enkel bij de stimulatie van de linkersnorhaar aan een buis te likken waaruit een druppel water komt. De mate van dorst vertegenwoordigt de motivatie.
Volgens het wetenschappelijk tijdschrift Neuron, dat de bevindingen publiceerde, reageerden de dieren slecht bij veel dorst, en dus veel motivatie. In dat geval maakten de muizen geen onderscheid tussen hun snorharen. In geval van matige dorst, daarentegen, was de kwaliteit van hun reacties optimaal. Als de dorst nog meer steeg, verslechterden hun reacties weer.
«Hypermotivatie leidt tot een sterke stimulatie van neuronen, wat een verlies van precisie betekent in het waarnemen van tactiele prikkels», bericht Giulio Matteucci, auteur van de studie.
«Deze ontdekking opent de weg naar nieuwe adaptieve leermethoden die gericht zijn op het handhaven van een optimaal motivatieniveau», aldus professor Carl Petersen.