Bij de bevraging, die eind 2021 werd afgenomen, zegt 60 procent minstens wekelijks aan sport te doen, 86 procent minstens één keer per jaar. 14 procent sport nooit.
Welke sport?
De meest beoefende sporten zijn wandelen en fietsen. Van de mensen die minstens één keer per jaar aan sport doen, geeft twee derde aan te wandelen, de helft fietst. Daarna volgen lopen (17 procent), fitness (12 procent), zwemmen (10 procent), dans, voetbal en yoga (4 procent) en tennis en padel (3 procent).
De sportparticipatie ligt hoger bij jongeren en hooggeschoolden. Bij de 18- tot 34-jarigen zegt 95 procent aan sport te doen, bij de 65-plussers is dat nog 71 procent. Van de hooggeschoolden sport 92 procent, gevolgd door de middengeschoolden (88 procent) en de laaggeschoolden (74 procent).