Het aantal fietsende pendelaars werd berekend aan de hand van de cijfers van de fietsvergoeding die ze ontvangen. Daaruit blijkt dat er in 2020 een duidelijke daling was van het aantal fietsende pendelaars, de coronapandemie heeft daar ongetwijfeld aan bijgedragen. In 2019 nam 22 procent van de werknemers de fiets om zich naar het werk te verplaatsen, begin 2021 was dat nog slechts 14 procent.
Verplicht thuiswerk
De daling situeert zich bij de bedienden, die door corona vaak verplicht moesten thuiswerken. Bij arbeiders is er zelfs een kleine stijging, waardoor zij in 2021 op gelijk niveau met de bedienden komen. Veerle Michiels, mobiliteitsexpert van SD Worx, ziet nog een trend: «Er zijn meer vrouwen dan mannen die een fietsvergoeding genieten, maar gemiddeld ontvangen vrouwen een lagere fietsvergoeding. Hiervoor zijn verschillende verklaringen mogelijk. Vrouwen zijn bijvoorbeeld sterk vertegenwoordigd in de zorgsector, die een verplichte fietsvergoeding kent. Vaak wonen zij dichterbij het werk en fietsen daardoor kortere afstanden dan de mannen. De fietsvergoeding is een mooie stimulans om werknemers op de fiets te krijgen. De winst zit echter vooral in de extra beweging; een plus voor de gezondheid.»
In 2020 werden wel langere afstanden afgelegd door fietsende pendelaars. Ook hier heeft de coronapandemie een oorzaak in, want mensen waren beperkter in hun activiteiten en hobby’s en zochten hun lichaamsbeweging op andere fronten.
Toekomsttrend onzeker
In een normaal jaar valt het aantal fietsende pendelaars stil tegen de winter. Of dat dit jaar ook het geval zal zijn, valt nog af te wachten. «Het Belgische weer heeft een invloed, net als de onzekerheidsfactor van COVID-19 die velen toch nog voorzichtig maakt: als het weer meezit, zullen mensen voor kortere afstanden mogelijk eerder op de fiets springen dan het openbaar vervoer nemen. Ook hoe bedrijven en werknemers de combinatie van thuiswerk en kantoor zullen invullen, zal een rol spelen. Om het volledige plaatje te schetsen, moeten we het najaar nog afwachten», zegt Michiels.
In ons land werken de meeste fietsende pendelaars in Oost-Vlaanderen (23,39 procent), gevolgd door Antwerpen (20,80 procent) en West-Vlaanderen (17,08 procent). Brussel heeft een percentage van 6,66 procent fietsende pendelaars, Luik (1,74 procent) en Namen (1,29 procent) sluiten het lijstje af met het laagste aantal fietsende pendelaars.