«Het verschil tussen drugs en medicijnen is angst. Die psychedelische middelen zijn ooit gemaakt door een farmaceut. Die zijn nooit op de markt gekomen als ‘partymiddel’, dat kwam pas later. Intussen zijn die middelen in de Verenigde Staten geklasseerd als ‘Schedule I’-stoffen: hoogst verslavende middelen zonder enig medisch potentieel. Het is moeilijk om van die stempel af te komen, terwijl psychedelica een van de meest veilige middelen zijn op vlak van verslaving. De kans dat iemand verslaafd wordt daaraan is miniem, mede omdat je meteen tolerantie opbouwt. Dat wil zeggen dat als je het middel de dag erna opnieuw zou innemen, je die effecten nog amper ervaart. Bovendien is een tripervaring zo intens, dat je dat echt niet zomaar iedere dag zou willen doen.»
«Een ervaring is erg persoonlijk, maar je kan zo’n sessie het beste beschrijven als glijmiddel voor therapie. Veel patiënten kunnen soms moeilijk aan bepaalde emoties raken, of praten erg moeilijk over hun herinneringen. Psychedelica brengen hen terug naar die momenten. Dat kan heel overweldigend zijn in de positieve zin, maar ook angst oproepen bij patiënten, net omdat ze iets heel confronterend kunnen zien. Patiënten beschrijven daarom een therapeutische trip als een van de meest uitdagende ervaringen van hun leven, maar vaak ook als een van de mooiste. Mensen met een depressie zitten vaak vast in een heel rigide denkpatroon. Onderzoekers hebben ontdekt dat het flexibel denkvermogen bij die groep verbetert tot een maand na inname van psilocybine. Zo’n sessie met psychedelica kan met andere woorden helpen om los te breken uit die negatieve spiraal.»
«De therapeut is er om er te zijn voor hun patiënten en in te grijpen als het dreigt mis te gaan. Zelf sturen is een no-go. Het is niet de bedoeling dat je trauma’s uit patiënten gaat trekken tijdens een trip. De echte praattherapie komt pas in de dagen erna. De trip dient om in contact te komen met je gevoelens. Daarna gaat de therapeut daarmee aan de slag: wat betekende die ervaring?»
«Nee. Trippen moet in een veilige setting gebeuren met de juiste mindset. In klinische studies bereiden we patiënten voor, via sessies waarin we ook een band opbouwen met de therapeut. Als je psychedelica op je eentje neemt, weet je niet wat je zal ervaren. Daar zit ook een risico op een zogenaamde ‘bad trip’: het angstige, overweldigende gevoel dat je niet meer uit je trip zal geraken. In een gecontroleerde setting zal zoiets niet voorvallen.»
En wat met privé-instanties die zo’n psychedelische ervaring aanbieden?
«Ik begrijp dat patiënten zoiets overwegen. Toch wil ik een oproep doen om twee keer na te denken. Hier en daar duiken bijvoorbeeld psilocybine-retreats op, maar die zijn niet legaal. Het is belangrijk om te begrijpen dat het om geneesmiddelen gaat die nog niet goedgekeurd zijn. Als je naar zo’n therapeut gaat op dit moment, heb je géén idee welke middelen je gaat krijgen en of die getest zijn. Je weet ook niet bij wie je zal terechtkomen. In het verleden was er al sprake van seksueel misbruik. Je geeft je over in zo’n trip, dus er kan van alles gebeuren.»
«Ik weet niet welke begeleiding ze heeft gehad, dus het is moeilijk om te zeggen waar het exact misliep. We weten van die microdoseringen simpelweg ook niet of het werkt tegen depressie. Dat is nog nooit aangetoond in een klinische studie. Er is veel positiviteit rond microdosering, maar er zijn ook nog veel vraagtekens. Toen ik Selah Sues verhaal voor het eerst in de krant las, schrok ik wel. Als een bekend gezicht zichzelf linkt met psychedelica, gaan mensen misschien ook sneller geneigd zijn om het zelf eens uit te proberen. Daarom vond ik het ook zo moedig dat ze durfde zeggen dat het opnieuw was misgegaan. Zo zien mensen ook dat psilocybine geen wondermiddel is.»
«Op de vraag of het een behandeling wordt, zeg ik volmondig ja. Maar het hoeft voor mij geen standaardbehandeling te worden. In mijn ideale wereld stelt een psychiater een diagnose en krijgt een patiënt een soort ‘dropdown menu’ van potentiële behandelingen, waaronder behandelingen met psychedelica, met de voor- en nadelen erbij. In plaats van dat de psychiater bepaalt wat de eerstelijnsmedicatie is, zou de patiënten kunnen aangeven welke behandeling die eerst wil proberen. Dan maken de patiënten ook deel uit van het verhaal, en zijn ze niet zomaar lijdzame objecten die slikken wat de psychiater voorschrijft.»