Enkele jaren geleden vierde Madeira zijn 600ste verjaardag. Het eiland werd in 1419 bij toeval ontdekt door Portugese zeevaarders die terugkeerden uit India: 57 kilometer lang, 22 kilometer breed, en iets meer dan 1.100 kilometer voor de kust van Portugal (al ligt Marokko eigenlijk een stuk dichterbij). Het was onbewoond en er waren alleen maar bomen. Het klimaat is het grootste deel van het jaar subtropisch en doet trouwens sterk denken aan een ander bekend eiland, Hawaï. In de zomer is het er gemiddeld 25°, in de winter 17°. Omdat de lucht altijd heel vochtig, ligt de gevoelstemperatuur echter hoger. De inwoners van Madeira zeggen ook vaak dat je er soms vier seizoenen op één en dezelfde dag beleeft. Als je er naartoe reist, is het dan ook een goed idee om in je rugzak zowel een zonnebril als een regenjasje te voorzien. Waarschijnlijk zullen ze allebei van pas komen.
De Portugese natuurkenners en plantkundigen profiteerden al snel van het gunstige klimaat op Madeira om er allerlei soorten fruit, bomen en bloemen te kweken. Daarom vinden we vandaag onder meer bananen, suikerriet, passievruchten, mango’s en wilde orchideeën op het eiland. Je hoeft maar enkele uren op Madeira rond te lopen om te begrijpen waarom de plek ‘het Bloemeneiland’ wordt genoemd. Langs de weg groeien er bijvoorbeeld wilde hortensia’s, en al die bloemen en kleuren voegen nog wat meer magie toe aan het magnifieke decor op het eiland.
Madeira is niet groot maar heeft niettemin veel verschillende gezichten. Je kunt bijvoorbeeld genieten van het prachtige zwarte zandstrand in het dorpje Seixal. De natuurlijke waterval die zich rechtstreeks van de kliffen op het zand stort, is een instant hit bij Instagrammers. Vervolgens kun je een frisse duik nemen in de verbluffende natuurlijke zwembaden, die gevuld worden door de golven van de oceaan. Een uur later sta je meer dan 1.800 meter hoog op de Pico do Areeiro, een van de bergtoppen van Madeira, omgeven door trotse pieken met de zee op de achtergrond. Het is een zicht dat voor eeuwig in je geheugen gegrift blijft, het hoogste punt van het eiland maar ook het hoogtepunt van ons verblijf!
In het uiterste oosten kom je bij de Ponta de São Lourenço, een schiereiland van zowat zes kilometer lang en het droogste en meest woestijnachtige deel van Madeira. In het centrum van het eiland tref je op het plateau Paul da Serra een heel ander landschap aan dan op de rest van Madeira. Twee plaatsen die absoluut een plaats verdienen op je lijstje.
Het hart van Madeira is ontegensprekelijk de hoofdstad Funchal. Bijna de helft van de 265.000 inwoners van het eiland woont hier, en er is geen gebrek aan activiteiten en bezienswaardigheden. Onderaan de oude stad vind je een kabelbaan (Madeira telt er in totaal zes) die je naar Monte brengt. Het is een onvergetelijke rit die ongeveer een kwartier duurt. Daar mag je absoluut de Monte Palace Tropical Gardens niet links laten liggen. Het is een tijdloze, rustige en ontspannende plek met beeldhouwwerken, watervallen en tentoonstellingen, gelegen rond het prachtige en bijzonder fotogenieke Monte Palace. Om naar Funchal terug te keren, kun je opnieuw de kabelbaan nemen, maar je kunt ook kiezen voor de Carreiros do Monte. Dat zijn een soort grote rieten sleden waar je met drie personen in kunt plaatsnemen en die geduwd en bestuurd worden door twee mannen in traditionele klederdracht. Zij nemen je mee op een unieke afdaling van twee kilometer, typisch voor Madeira! Al zal je misschien wel geduld moeten oefenen. Toen wij er in september op bezoek waren, moesten we anderhalf uur in de wachtrij staan voor het onze beurt was om een ritje op die reuzenglijbaan te maken.
Als je je vakantie het liefst op een ligzetel op een klassiek strand doorbrengt, is Madeira niets voor jou. Je vindt er maar een handvol kleine zwarte zandstranden, en die zijn niet echt geschikt voor traditioneel geluier. Het zou echter vooral doodzonde zijn, want er zijn zoveel andere dingen die je kunt ontdekken en doen op het eiland. De voorbije jaren trekt Madeira steeds meer jongeren aan die op zoek zijn naar authentieke natuur, weidse landschappen en lange wandelingen. En op dat vlak is dit een onvervalst paradijs. Het eiland telt 28 uitgestippelde wandelingen langs paden (‘veredas’) en irrigatiekanalen (‘levadas’). De ene is al wat lastiger dan de andere, ze zijn tot 30 kilometer lang, ze liggen verspreid over heel Madeira, en je herkent ze aan het merkteken PR. Die wandelingen hebben één ding gemeen: het decor is adembenemend en je kijkt je de ogen uit. Je verveelt je tijdens die wandelingen sowieso geen moment, maar als je zin hebt, kun je ook mountainbikes huren, aan canyoning doen, gaan duiken en zelfs paragliden!
Niets staat je vanzelfsprekend in de weg om na een dagje wandelen en sightseeing een momentje welverdiende ontspanning in te lassen aan (en in) het zwembad van je hotel. Als je toch absoluut op een groot strand met natuurlijk wit zand wil gaan zitten, kun je altijd de dagelijkse ferry nemen naar het eiland Porto Santo, 50 kilometer verderop. Daar wachten je turquoise water en een gouden zandstrand van negen kilometer lang.
Je kan uiteraard ook een auto huren om Madeira te verkennen. Maar als je daar ten volle van wil genieten en vooral veilig wil reizen, doe je best een beroep op een gespecialiseerde gids met een grondige kennis van het eiland. Die gids zal je naar de iconische dorpjes van Madeira begeleiden, de fraaiste vergezichten tonen, en je naar het startpunt van de mooiste wandelingen brengen om je aan het eind weer op te pikken.
Een explosie van smaken
Op Madeira kijk je je ogen uit maar kan je ook je maag enorm verwennen. Iedereen vindt er zijn smaak. De plaatselijke specialiteit is zwarte haarstaart (peixe-espada-preto in het Portugees), een vissoort die op meer dan duizend meter diepte leeft en enkel voorkomt bij Madeira. Je eet hem in een broodje of als filet, en hij smaakt verrukkelijk. De andere specialiteit van het eiland is Bolo do Caco, plat brood dat vaak warm opgediend wordt met een klontje smeltende lookboter erin. Als je op restaurant gaat, moet je het zeker proberen.
Madeira is ook een bodemloos vat… van alcohol! Om te beginnen herbergt het eiland tientallen wijngaarden en produceert Madeira zijn eigen wijn. In Funchal kan je Blandy’s bezoeken, eigendom van de (oorspronkelijk Britse) familie Blandy, en er enkele typische madeirawijnen proeven. Het eiland heeft daarnaast ook zijn eigen rumfabriek, North Mills Distillery, sinds 1927 gevestigd aan de kust in Porto Da Cruz. Ze gebruiken suikerriet van verschillende plantages om meerdere soorten rum te produceren. Hun meest recente innovatie is een fles die rijpt in de oceaan! Je kunt er rondleidingen boeken en degusteren tussen de vaten.
Als je echt de feestelijke kant van Madeira wil leren kennen, dan mag je in geen geval de Poncha ongeproefd laten. Je vindt het iconische drankje overal op Madeira, in de restaurants, de bars en zelfs de kleine plaatselijke kruidenierszaken. Oorspronkelijk is Poncha een mengeling van rum van suikerriet, bijenhoning en citroensap. Je kunt het drinken in een groot shotglas of in een glas met een paar ijsblokjes, maar het smaakt hoe dan ook heerlijk. Nog zo’n alcoholische cocktail die 100% Madeira ademt: de Nikita, een verrassende mix van roomijs (vanille, ananas of passievrucht bijvoorbeeld), wijn en bier. Zoiets heb je nog nooit geprobeerd, maar het is bijzonder verfrissend en niet al te sterk. Een absolute must voor al wie naar Madeira gaat!
Op zoek naar een originele bestemming om de eindejaarsperiode door te brengen? Waarom niet Madeira eens proberen! Het is niet omdat het kwik er gezellig ver boven het vriespunt blijft dat de inwoners geen kerstmis vieren. Integendeel zelfs, de straten van Funchal zijn versierd en er is zelfs een heuse kerstmarkt. Dit jaar vinden de feestelijkheden plaats van 1 december tot 9 januari. Op oudejaarsavond doet een gigantisch vuurwerk de hele baai van de hoofdstad oplichten. Acht minuten lang wordt vanaf 59 lanceerpunten vuurwerk afgestoken. Het levert zo’n machtig spektakel op dat het Guinness Book of Records het in 2006 internationaal erkende als «het grootste vuurwerk ter wereld».
Ryanair biedt twee keer per week, op donderdag en zondag, een rechtstreekse vlucht naar Madeira aan vanuit Charleroi. Terugkeren is een beetje een uitdaging, want het vliegtuig vertrekt al om 6u05 ’s ochtends op de luchthaven van Funchal.
Madeira heeft diverse accommodaties te bieden, voor elk budget. Van de luxepaleizen in Funchal en het hotel van Cristiano Ronaldo (die geboren werd op het eiland) tot een camping (of liever: één camping), elke smaak en portefeuille vindt hier zijn gading. Zelf logeerden we in het Suite Hotel Eden Mar PortoBay (www.portobay.com). Als je op zoek bent naar een overnachting die wat uit de band springt, raden we het Hotel Quinta do Furão (http://www.quintadofurao.com/en) aan. Dat ligt in een wijngaard bovenop een klif, een omgeving die je hart sneller doet slaan. Het heeft bovendien een onwaarschijnlijk buitenzwembad tussen de wijnranken!
Voor geleide bezoeken aan Madeira kun je contact opnemen met DTL Tours (dtltours.reservas@gmail.com). Dat hebben wij gedaan, en we maakten kennis met Patrick, een vriendelijke Belg die perfect Frans en Nederlands spreekt en al meer dan tien jaar op Madeira woont en werkt. Voor een bezoek te voet aan Funchal bevelen we Roberto aan (rloja-funchal@gmail.com). Hij is een geboren en getogen Madeirees en is onze drie landstalen machtig. Zin in een portie avontuur, canyoning of een tocht met de jeep over het eiland? Ga dan eens kijken wat Discovery Island Madeira (discoveryisland-madeira.com) allemaal te bieden heeft.