Volgens Mercer is de stijging van Brussel in de lijst het gevolg van onder meer de hoge inflatie en de verzwakking van de euro tegenover de dollar (de studie neemt de Amerikaanse stad New York als referentie). «Het levensonderhoud is voor expats flink duurder geworden, en zonder een aanpassing van de indexering van hun vergoeding gaat dit ten koste van hun koopkracht», klinkt het. Buitenlandse werknemers krijgen meestal via hun thuisland een vergoeding voor de kosten van levensonderhoud in het land waar ze leven en werken.
Veranderde prioriteiten
Ook de opkomst van telewerk en flexibel werken kan gevolgen hebben. «Veel werknemers hebben hun prioriteiten, het evenwicht tussen werk en privéleven en de keuze van de plaats waar zij gaan wonen, opnieuw bekeken. Expats zullen vaker heroverwegen of het in die omstandigheden nog aantrekkelijk is om in Brussel te werken», stelt Mercer.
Dat Brussel duurder is geworden, kan ook een impact hebben op de aantrekkelijkheid ervan. «Op lange termijn kan deze stijging in kosten voor een bedrijf aanleiding zijn om hun internationale werknemers terug te trekken uit Brussel en hen over te plaatsen naar minder dure steden», zegt Mercer.
Hongkong is voor de vierde keer in vijf jaar de duurste stad in de ranglijst van 227 steden. Vorig jaar had Ashgabat in Turkmenistan die titel afgenomen. Na Hongkong volgen vier Zwitserse steden: Zürich, Genève, Basel en Bern. De top tien wordt vervolledigd door Tel Aviv (Israël), New York City (Verenigde Staten), Singapore (Singapore), Tokio (Japan) en Peking (China).
Voor de Cost of Living-index worden de prijzen en diensten in de steden vergeleken, waaronder huisvesting, vervoer, eten, kleding, huishoudartikelen en entertainment.