1 op de 5 werknemers is niet tevreden over zijn of haar loopbaan, zo bevestigt de studie. Reden te meer om na te gaan wat een loopbaan duurzaam maakt. Hierbij valt een uitgesproken voorkeur op voor mentale gezondheid en werkgeluk. 56% van de respondenten vindt mentale gezondheid in zeer hoge mate belangrijk, 46% zegt hetzelfde over geluk. Slechts een kwart van de respondenten, daarentegen, vindt productiviteit in zeer hoge mate belangrijk voor de toekomst.
Opmerkelijk is dat vooral de jongere generatie lager scoort op het vlak van mentale gezondheid. Zo geven 18- tot 25-jarige werknemers gemiddeld een 2,8 op 5 aan hun mentale gezondheid terwijl dit cijfer bij 55+’ers oploopt tot 3,6 op 5. Jongeren zijn dan ook nog vaak zoekende in hun loopbaan en vertonen een hogere loopbaanmobiliteit. «Er is een grote nood aan een realistisch beroepsvooruitzicht om loopbaanspijt te voorkomen», verduidelijkt Sofie Jacobs van Antwerp Management School. «Juiste coaching bij starters op de arbeidsmarkt kan helpen om de reality shock op te vangen bij de transitie van onderwijs naar werk. Een uitgebreider loopbaanadvies en meer tijd om loopbaanmogelijkheden te verkennen, kunnen hier het verschil maken.»
Ondanks de uitgesproken voorkeur voor mentale gezondheid en werkgeluk bij de ondervraagden, valt op dat de traditionele statussymbolen van succes, zoals promotie, salaris en status nog steeds de blik op een loopbaan bepalen van vele werknemers. De tevredenheid over de loopbaan ligt ook beduidend hoger bij functies zoals middenkaders, professionals en directie. Bij zulke functies geeft 15% aan dat ze in lage mate tevreden zijn met hun huidige loopbaan. Bij arbeiders en uitvoerende bedienden, daarentegen, stijgt dat cijfer al naar 23%.
Vrouwen, zo bevestigt de studie, promoveren even vaak als mannen. Toch valt op dat ze buitengesloten blijven van hogere functies en dus hogere lonen. De opwaartse mobiliteit van vrouwen wordt niet gereflecteerd in evenveel hoge functies en even hoge lonen als mannen. Er zijn dus al stappen gezet in de richting naar gendergelijkheid, maar er is nog een weg te gaan als het op functies en salaris aankomt.
Al bij al rapporteert een derde van de ondervraagden spijt te hebben van hun loopbaantraject. De studie toont daarbij een opvallend verschil in de ervaring van spijt over het loopbaantraject tussen de verschillende generaties. 55+’ers, met dus ook meer werkervaring, geven hun gevoel van spijt aan met 2,6 op 5 terwijl jongeren van 18 tot 35 hun ervaring met spijt gemiddeld een 3 op 5 geven. De onderzoekers geven hiervoor als mogelijke verklaring dat de oudere generatie al meer tijd gehad heeft om bepaalde loopbaanstappen te ondernemen, of zich heeft neergelegd bij hoe het gelopen is. De jongere generatie, daarentegen, vertoont meer spijt over hun loopbaan. Mogelijk zijn hun verwachtingen nog erg hoog, of hebben ze een onrealistische kijk op loopbanen en de arbeidsmarkt.
«Een inclusief loopbaanbeleid met kansen voor iedereen dringt zich op», licht Jacobs toe. «Zo blijven alle groepen op de arbeidsmarkt voldoende op de radar. Ook het belang van zowel actief als passief aan de slag gaan met je loopbaan mag niet onderschat worden. Dit laatste heeft een impact op welke mate werknemers zelf agency ervaren over hun loopbaan.»