Weekendwerk, en dan vooral op zaterdag, is in Vlaanderen meer ingeburgerd dan gemiddeld in de Europese Unie. Dat blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen. De Vlaming blijkt ook meer thuis te werken dan de gemiddelde Europeaan, maar werkt wel minder ’s avonds en ’s nachts.
Foto Unsplash
Par Redactie online
Ruim een op de vijf werkenden in Vlaanderen (22%) was in 2021 minstens twee zaterdagen per maand aan de slag, en ruim een op de acht (11,9%) werkte minstens twee zondagen per maand. Het Vlaamse aandeel lag (in 2020) telkens hoger dan het Waalse en het Brusselse, en ook hoger dan het EU-gemiddelde in dat jaar. Dat laatste bedroeg 21,4% voor zaterdagwerk en 11,4% voor zondagwerk. Verder is er op het vlak van weekendwerk een klein verschil tussen Vlaamse mannen en vrouwen: die laatsten werkten vorig jaar vaker op zaterdag en zondag (22,4 en 12,4%) dan mannen (22 en 11,6%).
Avond- en nachtwerk
Wat avond- en nachtwerk betreft, is de Vlaming wel minder ijverig dan de gemiddelde Europeaan. In 2020 werkte 10,9% van de Vlamingen minstens de helft van de werkdagen ’s avonds en 3% minstens de helft van de tijd ’s nachts. Voor Europa was dat respectievelijk 13 en 4,5%. Vorig jaar steeg het aandeel Vlaams avond- en nachtwerk wel naar 15,6% en 3,8%. Mannen bleken in 2021 vaker nachtbrakers: 18% werkte ’s avonds en 4,7% ’s nachts, tegenover 12,9 en 3,4% bij de vrouwen.
Thuiswerk
Ten slotte bevestigen de cijfers van Statistiek Vlaanderen ook wat intussen algemene kennis is: door de pandemie is thuiswerk in Vlaanderen steeds meer ingeburgerd. Werkte in 2019 nog 26,3% van de Vlamingen thuis, dan was dat vorig jaar 42,5%. In 2020 werkte in Vlaanderen 34,2% van de werkenden in mindere of meerdere mate thuis, tegenover een Europees gemiddelde van 21,3%. De Vlaming werkt dus beduidend meer vanuit zijn zetel en in zijn onesie dan zijn gemiddelde Europese collega. Vlaamse vrouwen (44%) werkten in 2021 iets meer thuis dan mannen (41,3%).