1/ Theoretisch examen
Eerst en vooral moet je het zogenaamde theoretische examen afleggen. Die proef omvat al de theorie die je nodig hebt om de verkeersborden en -regels te (her)kennen. Je moet minstens 16 jaar oud zijn om voor dat examen te slagen. Er bestaan specifieke centra waar je het kunt afleggen. Om er een in je buurt te vinden, hoef je enkel ‘examencentrum theoretisch rijbewijs’ en de naam van je stad in de online zoekfunctie te tikken. Het laatste wat je moet weten, is dat je op dat theoretische examen 50 vragen met verschillende soorten verkeerssituaties en -overtredingen voorgelegd krijgt. Om te slagen, moet je minstens 41 punten op 50 scoren.
2/ Rijschool of zelf leren
Heb je je theoretisch examen achter de rug? Dan heb je drie mogelijkheden:
In dit scenario stap je naar een rijschool naar keuze en krijg je een rij-instructeur toegewezen. In totaal zit je 30 uur achter het stuur om te leren rijden. Met die ervaring op zak kun je rechtstreeks (of toch bijna, zie punt 3) naar de rijschool gaan om je in te schrijven voor het praktische examen.
Een tweede optie is om 20 uur rijles te volgen. Het enige verschil (naast de lagere kostprijs) is dat je drie maanden lang met een ‘L’ achterop je auto moet rijden. Na die 20 uur rijles moet je eerst een voorlopig rijbewijs ophalen in het gemeentehuis en drie maanden wachten voordat je het praktische examen aflegt en een definitief rijbewijs krijgt. Uiteraard is het de bedoeling dat je tijdens die periode van drie maanden blijft oefenen. Je mag geen passagiers in de auto hebben, met uitzondering van één (welbepaalde) andere bestuurder die al minstens 8 jaar over een rijbewijs beschikt.
Pas op, deze keuzemogelijkheid is een beetje complexer dan de andere. Je kunt ook naar de gemeente gaan om een voorlopig rijbewijs te halen zodra je je theoretisch examen met succes hebt afgelegd. Vervolgens moet je een begeleider kiezen die je zal leren rijden — dat kan een kennis of een familielid zijn. Die persoon moet minstens acht jaar in het bezit zijn van een rijbewijs B en minstens drie jaar geen rijverbod hebben gekregen. Voor de praktijk moet je minstens drie maanden rondrijden met die begeleider en een ‘road book’ bijhouden dat bewijst dat je op zijn minst 1.500 kilometer hebt afgelegd. Dat document moet je ook voorleggen bij het praktische examen.
3/ Opleiding eerste hulp
Dit is enkel verplicht in het Brussels Gewest. Voordat je het praktische examen mag afleggen, moet je een opleiding van twee uur volgen bij het Rode Kruis. Maar maak je geen zorgen, je vindt heel gemakkelijk een plaatsje en de opleiding is helemaal gratis.
4/ Risicoperceptietest
De laatste stap voordat je aan het praktijkexamen begint, is de zogenaamde ‘risicoperceptietest’. Die test bestaat uit verschillende videosimulaties die nagaan of je voldoende aandacht hebt voor het verkeer in je onmiddellijke omgeving en op de weg. Je legt de test af in hetzelfde centrum als je theoretische examen.
5/ Praktisch examen
De eindstreep is in zicht! Na al die stappen kun je eindelijk aan je praktische examen beginnen. Net zoals voor de theoretische proef moet je daarvoor naar een erkend examencentrum. Vaak is dat ook hetzelfde centrum als waar je dat theoretische examen hebt afgelegd.
Vergeet niet om je voorlopige rijbewijs, het resultaat van je risicoperceptietest en alle andere nodige papier (identiteitskaart, road book,…) mee te nemen, volgens de leermethode die je gekozen hebt. Nu ben je klaar voor het grote examen. Het enige wat ons nog rest, is om je veel succes te wensen.