Bij Kind en Gezin gaat Veerles aandacht naar jonge kinderen en hun ouders. «De eerste 1.000 dagen in een mensenleven zijn cruciaal voor de verdere ontwikkeling. Door het beleid uit te stippelen, draag ik mijn steentje bij zodat kinderen en hun ouders zo goed mogelijk samen starten. Het geeft voldoening om wetenschappelijk onderzoek en de praktijk met elkaar te verbinden.»
Hoortoestel voor vergaderingen
Toen Veerle in 2002 bij Kind en Gezin aan de slag ging, droeg ze nog geen hoorapparaat, en had ze minder last van haar auditieve beperking. «Een paar jaar geleden werd het echter steeds moeilijker voor mij om voltijds te werken, dus zocht ik naar een oplossing. Bij de VDAB heb ik toen het statuut arbeidshandicap aangevraagd om extra hulpmiddelen te krijgen. Daarna heb ik samen met onze dienst Diversiteit een integratiedocument in orde gebracht. Daardoor krijg ik nu ondersteuning om mijn job weer uit te voeren zoals het hoort. Ik krijg een extra computer voor thuis en tijdens vergaderingen maak ik gebruik van een extra hoortoestel. Ik kan, als het nodig is, van thuis werken. Op woensdagen werk ik dan weer vaker op kantoor want dan is het er sowieso stiller, door collega's die dan deeltijds of thuis werken.»
Het duurde wel een tijdje voor alle papieren in orde waren. «Er zijn zoveel mogelijkheden voor mensen met een beperking, maar je moet zelf veel uitzoeken. Maar ik wijs niemand met de vinger. Er heerst bij de Vlaamse overheid een flexibele houding, waardoor ik minder kan werken in periodes dat het minder goed gaat met mij. Dat komt in een jaarlijks gesprek aan bod. Ik ben dus heel blij dat ik hier werk», besluit Veerle.