In het debat over de loonkloof speelt het feit dat veel vrouwen deeltijds werken een belangrijke rol. Een halftijdse job levert immers logischerwijze een lager loon op, wat volgens sommigen van de loonkloof een mythe zou maken als je er voor kiest om deeltijds te werken, heeft klagen over een korter loonbriefje weinig zin. De discussie over of deeltijds werk een keuze is of niet is nog lang niet beslecht, maar dat voor loontrekkende vrouwen de belangrijkste reden om deeltijds te werken de zorg voor kinderen of afhankelijke personen' (24,9% van de bevraagden) is, geeft wel stof tot nadenken.
Traditionele rollenpatronen lijken dus een belangrijke rol te spelen in de keuze voor deeltijds werk. Daarbij komt dat in een aantal sectoren waarin vaak deeltijds gewerkt wordt (zoals de menselijke gezondheidszorg en horeca) van de werknemer meer flexibiliteit wordt verwacht. De afwisselende werkuren maken de combinatie met een regelmatig privéleven dan moeilijk. Het aannemen van een parttime job heeft naast voor je loon ook gevolgen voor onder andere je sociale zekerheid, je pensioen en
je carrière.
Sociale zekerheid en pensioen
Uitkeringen zoals je werkloosheidsuitkering worden berekend op het aantal gepresteerde werkdagen. Werk je minder dan de maximale arbeidsduur, krijg je dus ook een lagere uitkering. Op dezelfde manier zal ook je pensioen, dat berekend wordt op je aantal gepresteerde jaren, lager zijn dan bij een voltijdse job. Betaal je op basis van je loon niet genoeg bijdragen voor je ziekteverzekering, zal je de aanvullende bijdragen tevens nog van je nettoloon moeten betalen. Ook je vakantiedagen zijn afhankelijk van hoeveel je werkt: 50% minder werken betekent 50% minder vakantiedagen wettelijke
feestdagen uitgezonderd.
Carrière
Dat wie minder arbeidsuren presteert minder snel kans zal maken op promotie, lijkt voor de hand liggend. Maar ook vooroordelen van werkgevers spelen een rol in de carrière van deeltijds werkers. HR-bureau Securex voerde verschillende studies uit over voltijdse en deeltijdse werknemers, en daaruit bleek dat werkgevers vaak op erg stereotiepe wijze naar die laatste kijken. Zo zijn ze geneigd ervan uit te gaan dat mensen die niet elke dag werken minder belang hechten aan hun job en ook minder gefocust zijn als ze dan wel aan het werk zijn. Die hardnekkige vooroordelen kunnen ervoor zorgen dat je minder snel opklimt op de carrièreladder.