Er zijn verschillende redenen voor die loonkloof. «In die loopbaan van dertig jaar heeft de 55-jarige zich opgewerkt en bijvoorbeeld promotie gekregen», legt Baelus uit. Ook de baremieke verhogingen spelen een belangrijke rol. «In sommige sectoren worden die anciënniteitsverhogingen quasi automatisch toegekend.»
De loonkloof tussen 25- en 55-jarigen is in grote bedrijven groter dan in kleine. Grotere bedrijven hebben immers vaak meer doorgroeimogelijkheden. Ook tussen sectoren zijn er grote verschillen. De social profit kent een vlakkere loopbaanstructuur, wat maakt dat de loonkloofverschillen kleiner zijn (48%). In de bank- en verzekeringssector is het loonverschil dan weer groter: 55-jarigen kunnen dubbel zoveel verdienen als hun jongere collega's. Ook in de chemie- en metaalsector zijn de verschillen groter dan gemiddeld. De loonkloof is dan weer kleiner in bijvoorbeeld de distributiesector (15%).