Met het mobiliteitsbudget kunnen werkgevers simpel gezegd het budget voor de bedrijfswagen inruilen voor een mobiliteitsbudget waarmee werkgevers kunnen kiezen voor andere, veelal meer duurzame, vormen van mobiliteit. En dat extralegaal voordeel zit duidelijk in de lift. Op basis van de eerste zeven maanden van 2022 komt er een nieuw record in zicht van het aandeel werknemers met een mobiliteitsbudget. Eind juli 2022 ging het om 0,022 % terwijl het vorig jaar nog 0,015 % was.
Sterke stijging
Een belangrijke troef is dat wie voor meer dan 50% van thuis uit werkt nu ook zijn huur of hypothecaire lening kan financieren met zijn mobiliteitsbudget. Dat is niet meer beperkt tot mensen die binnen een straal van 10 km van het werk wonen.
«Voor de eerste zeven maanden in 2022 zien we opnieuw meer werknemers met een Mobiliteitsbudget (MOB): hun aantal ligt al 50% hoger, terwijl de piek nog moet komen in december», zegt SD Worx. «Een stijgend aantal werkgevers ziet ook de voordelen, in de war for talent, naar personeelsbehoud. Momenteel zijn de aantallen nog zeer beperkt, waardoor je er als werkgever het verschil kan maken. Zeker met het toegenomen thuiswerk is er een groep die open staat voor de terugbetaling van de huisvestingskost.»
Wie kiest voor het MOB?
Hoewel we de meeste MOB in Vlaanderen zien, kent het MOB relatief gezien het meeste succes bij Brusselse werkgevers: 1,5% van de werkgevers heeft het ingevoerd tegenover 0,5% van de Vlaamse werkgevers. Het is dus nog een innovatief instrument om mensen te behouden of aan te trekken. De meeste werkgevers zijn kleine kmo’s, maar relatief gezien stijgt het succes naargelang de organisatie groter is. Meeste succes heeft het MOB bij de organisaties met met 500-999 werknemers: daar voert 8,7% van de werkgevers een MOB in. Vooral werknemers tussen de 25 en 40 jaar (64%) kiezen voor het mobiliteitsbudget.
In de praktijk: Brussel
De BIBM, de Federatie van de Europese Prefab Betonindustrie, is een van de organisaties die koos om het mobiliteitsbudget in te voeren. Het kwam er op verzoek van een werknemer. «Mijn collega heeft de bedrijfswagen waar zij recht op heeft niet nodig», klinkt het bij BIBM. «Zij geeft er daarom de voorkeur aan gebruik te maken van de opties in de tweede pijler van het mobiliteitsbudget, zoals openbaar vervoer, taxi’s en de step. Het resterende budget kan zij dan gebruiken voor de huur van haar woning. Dat is een groot voordeel van het nieuwe mobiliteitsbudget, dat zich aanpast aan de behoeften van de werknemers en hun gezinssituatie.»