Ember baseert zich voor zijn vierde ’Global Electricity Review’ op open data van de elektriciteitssector in 78 landen, goed voor 93 % van de wereldwijde vraag naar elektriciteit.
Alle propere energiebronnen (hernieuwbare energie en kernenergie) waren vorig jaar goed voor 39 % van de globale elektriciteitsproductie, een record. De fossiele brandstoffen (gas, olie en steenkool) vertegenwoordigden wel nog meer dan 60 % van de elektricteitsproductie.
Europe Unie groeit traag
Meer dan 60 landen halen meer dan 10 % van hun elektriciteit uit hernieuwbare energie, met de Europese Unie op kop (22 %).
Ember wijst er wel op dat de EU, die vroeg begon in de race naar henieuwbare energie, achterophinkt qua groei. Zo groeide de stroom opgewekt door windenergie in de EU met 9 %, terwijl er wereldwijd een groei van 17 % werd opgetekend. «Vooral de barrières die een snelle inzet van windenergie op het land in de weg staan, moeten worden verwijderd», klinkt het. De groei van elektriciteit opgewekt door zonne-energie lag met 24 % wel in de lijn met de globale groei.
Steenkool blijft
De elektriciteit opgewekt door steenkool steeg met 1,1 % en blijft met 36 % de grootste elektriciteitsbron. De uitstoot van broeikasgassen door fossiele brandstoffen steeg tot 12 miljard ton CO2-equivalent (+1,3 %).
De experts menen echter dan 2022 wel eens de piek kon zijn voor de broeikasgasuitstoot gelinkt aan de elektriciteitssector. Voor 2023 verwachten ze een een lichte daling van de elektriciteitsopwekking via fossiele brandstoffen (-0,3 %), terwijl de wind- en zonne-energie verder zullen groeien.