Sinds 2018 houden onderzoekers vijf specifieke pinguïnkolonies in het oog in de regio Bellingshausenzee, aan de westkust van Antarctica. Omdat tijdens de lente van vorig jaar een recordhoeveelheid zee-ijs verdween en afbrak, hadden de dieren geen stabiele plaats om hun eieren uit te broeden. Het is de eerste keer dat wijdverspreid falen om voort te planten zo duidelijk verbonden is aan smeltend ijs.
«Dit geeft ons waarschijnlijk een idee van wat ons te wachten staat in de toekomst», vertelt hoofdauteur van de studie Peter Fretwell. «We voorspellen het al een tijdje, maar om het nu echt te zien gebeuren is angstaanjagend.»
Op het zuidelijk halfrond vindt de lente plaats tussen half september en half december. In die periode verdween vorig jaar het pakijs aan een recordtempo van de zuidpool, voordat het in februari het laagste niveau bereikte in 45 jaar. Keizerspinguïns planten zich net voort rond februari, volgens een proces dat op zich al erg delicaat is.
Verdwenen tegen einde van de eeuw
Hoewel de vogels zeker in staat zijn om een nieuwe broedplek te zoeken, dreigt het recordtempo van de smeltende ijskappen hun aanpassingsvermogen te overstijgen.
In 2020 werd geschat dat er zo’n 250.000 broedparen leven van de keizerspinguïn, allemaal op de zuidpool. Onlangs erkende de Amerikaanse Wildlife Authority hen als bedreigde diersoort. De British Antarctic Survey schat dat aan dit tempo bijna alle keizerspinguïns verdwenen kunnen zijn tegen het einde van de eeuw.
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be