De vzw Klimaatzaak stapte in 2015 naar de rechter, samen met 58.586 mede-eisers, om de Belgische overheden te dwingen de gemaakte beloftes rond de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen te respecteren. De Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel had in juni 2021 de eisers grotendeels gelijk gegeven en geoordeeld dat de Belgische overheden nalatig waren geweest in hun klimaatbeleid, en dat het Belgisch milieubeleid de wettelijke zorgplicht en de mensenrechten schond. De rechtbank legde de Belgische staat en de gewesten echter geen maatregelen op inzake de reductie van broeikasgassen, waardoor Klimaatzaak in beroep ging.
Het Brusselse hof van beroep heeft nu geoordeeld dat de Belgische staat, het Vlaams Gewest, en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wel degelijk in de fout zijn gegaan.
Bevel om uitstoot terug te dringen
«Het hof oordeelt dat, in het licht van de heersende consensus binnen de wetenschappelijke gemeenschap en de internationale politieke gemeenschap, de drie overheden de artikels 2 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de artikels 1382 en 1383 van het oud Burgerlijk Wetboek hebben geschonden doordat ze in 2020 de uitstoot van broeikasgassen onvoldoende hadden teruggebracht», zegt persmagistraat Anne Leclerc. «Het hof is ook van oordeel dat die fout vandaag nog wordt verdergezet, doordat de overheden onvoldoende strenge doelstellingen hebben opgesteld en onvoldoende verregaande maatregelen hebben genomen om tegen 2030 de uitstoot voldoende te beperken.»
Het hof geeft de drie overheden nu het bevel om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55% te doen dalen, in vergelijking met 1990, maar doet nog geen uitspraak over de dwangsom van één miljoen euro per maand die door de vzw Klimaatzaak was gevraagd. Daarvoor wacht het hof de cijfers van 2022 tot 2024 af over de uitstoot van broeikasgassen. «Wat het Waals Gewest betreft is het hof van oordeel dat er geen sprake is van een schending van de artikelen 2 en 8 van het EVRM, of van een fout in de zin van het oud Burgerlijk Wetboek, rekening houdend met de resultaten die in 2020 behaald werden en de inspanningen die geleverd worden tegen 2030», aldus nog de persmagistraat.
Tegen het arrest is nog een voorziening in cassatie mogelijk.
Greenpeace verheugd
Greenpeace is naar eigen zeggen «verheugd» met het «baanbrekende vonnis». «Het is jammer dat er bijna tien jaar moest worden geprocedeerd om onze beleidsmakers met de neus op de feiten te duwen», zegt woordvoerder Joeri Thijs in een reactie. «Maar dit vonnis luidt in ons land een nieuwe fase in voor de strijd tegen de klimaatcrisis.»
«De speeltijd is nu voorbij», vervolgt Thijs. «Al jaren polariseren politici in plaats van te verbinden op het klimaatthema. Minister Demir saboteerde vandaag opnieuw de Belgische onderhandelaars op de klimaattop», zegt de woordvoerder van Greenpeace. Thijs verwijst daarmee naar het feit dat Vlaams minister voor Omgeving en Energie Zuhal Demir (N-VA) niet akkoord gaat met een voorstel van Belgisch standpunt voor COP28, de VN-klimaatconferentie die donderdag in Dubai van start gaat. In tegenstelling tot premier Alexander De Croo, federaal Klimaatminister Zakia Khattabi, Brussels Klimaatminister Alain Maron, federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten en Waals minister van Klimaat en Energie Philippe Henry, zal minister Demir COP28 niet bijwonen.
«Maar in een gezonde democratie controleert de rechterlijke macht de uitvoerende macht. Dat is maar goed ook, overheden hebben een zorgplicht en in het klimaatdossier wordt die overduidelijk geschonden», vervolgt Thijs. «Met deze heldere uitspraak van de rechtbank moeten nu alle overheden aan de slag. Want werkelijk iedereen heeft baat bij ambitieus en eerlijk klimaatbeleid.»
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be