MOVIES. Jake Gyllenhaal in zee met Michael Bay voor ‘Ambulance’: «Acteurs mogen zichzelf niet te serieus nemen»

Ik bedoel dit zeker niet neerbuigend, maar Michael Bay staat niet bekend om zijn intense drama’s. Wat haal je als acteur uit zijn films?

Jake Gyllenhaal: «Weet je, actiefilms hebben de reputatie dat ze een acteur minder te doen geven, of dat je minder je best hoeft te doen. Daar ben ik het niet mee eens. Het maakt niet uit wat het genre is, uiteindelijk gaan we toch op zoek naar de ziel van ons personage. En een van de dingen die ik gemerkt heb op de set van ‘Ambulance’ is dat Michael Bay een auteur is. Hij volgt de actie op dezelfde manier als zijn acteurs. Hij legt enkel dingen vast die geloofwaardig zijn en heeft een afkeer voor bullshit. Zijn oog gaat automatisch naar de waarheid. Hij noemt zijn camera dan ook zijn wichelroede. Als acteur kan je er dus maar beter voor zorgen dat je goed bent, want anders zal hij je naar de achtergrond duwen.»

Vind je alles goed wat hij doet?

«Sommige films wel, andere minder. Zijn films fascineren me al sinds ‘The Rock’, en ik kan niet goed uitleggen waarom. Maar het heeft er zeker mee te maken dat hij in die film een beroep deed op heel goede acteurs zoals Nicolas Cage, Sean Connery en Ed Harris. En dat doet hij omdat hij acteerprestaties belangrijk vindt. Daar krijgt hij niet genoeg krediet voor, vind ik. Hij houdt echt van acteurs. Toen hij me vroeg of ik zin had om mee te spelen in ‘Ambulance’ hoefde ik daar dus geen twee keer over na te denken.»

Hoe is hij op de set?

«Intens. (lacht) Hij investeert enorm veel energie in wat hij doet. Ja, hij schreeuwt veel en graag, maar nooit naar zijn acteurs. Hij vindt het gewoon belangrijk om een tsunami aan energie te creëren, en die energie slaat ook over op zijn films.»

Volgens John Turturro moet je in een film van Michael Bay acteren met de geest van een vijfjarige. Snap je wat hij bedoelt?

«Absoluut. Ik voelde me echt een klein jongetje op de set. Ik mocht uit een ambulance leunen en naar helikopters schieten! (lacht) Het is echt spelen, dartelen zelfs. Dat vind ik ook zo tof aan ‘Amublance’, de speelsheid die erin zit. We nemen onszelf niet bijzonder ernstig. En dat is sowieso de juiste ingesteldheid als je in een film meespeelt, zelfs met serieuze drama’s. Dan krijg je het beste werk.»

Danny, je personage in ‘Ambulance’, is zelfingenomen en narcistisch. Dat is een soort personage dat je blijkbaar graag speelt, want je deed het eerder ook al in onder meer ‘Okja’, ‘Spider-Man: Far from Home’ en ‘Velvet Buzzsaw’. Of is het toeval?

«Wat me het meest interesseert, is toch de filmmaker. Ik acteer heel graag. Ik amuseer me er enorm mee. En het kan ook echt empathie produceren, als je dat wil. Maar ik stel me in de eerste plaats in dienst van de wereld van de regisseur. Bij ‘Ambulance’ was dat ook zo. Het gaat erom dat je samen iets creëert.»

Klopt het dat je in ‘Ambulance’ ook zelf de camera in handen hebt gehad?

«Nee, dat is overdreven. Kijk, ik ben opgegroeid in de filmwereld. Ik voel me er thuis. Ik weet hoe een camera werkt. Maar ik weet ook dat iedereen op de set een taak heeft. Het is niet mijn taak om te filmen, net zoals ik nooit aan een cameraman zou vragen om te acteren. Alleen is er één scène in de film waar we door de straten van Los Angeles rijden en de camera gericht is op Yahya [Abdul-Mateen II, zijn tegenspeler, rn]. En Michael Bay kon niet mee vooraan zitten om dat te draaien. Dus heb ik dat gefilmd. Meer was het niet.»

‘Ambulance’ speelt vanaf woensdag 23 maart in de zalen.