Op dit moment zijn cryptomunten vaak aan een veelvoud van regels onderhevig, terwijl er ook nog eens uiteenlopende toezichthouders zijn die allen een beperkt aantal bevoegdheden hebben. De wetgeving is duidelijk niet aangepast aan de innovatieve cryptomunten en elk land hanteert eigen regels. Zowel voor burgers als voor toezichthouders levert dit problemen op. Burgers denken vaak dat er al een vorm van toezicht is en realiseren zich niet dat het toezicht op de cryptomarkt in de praktijk heel beperkt is. Daar moet de MiCA-verordening verandering in brengen. De MiCA-verordening zal cryptomunten en cryptomarkten onder een aangepast toezicht brengen. Volgens het voorstel zullen alleen cryptomunten die formeel zijn toegelaten nog een plaats hebben in de Europese Unie.
De Europese Commissie is de eerste internationale organisatie die een regelgevend kader voor cryptomunten voorstelt. Veel landen, zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten, passen de klassieke effectenwetgeving ook op cryptomunten toe. Andere landen creëerden al een wettelijk kader voor de handel in cryptomunten, maar hebben geen overkoepelende regels.
Het Europese voorstel voorziet in een onderverdeling van cryptowaarden in drie groepen: tokens, stablecoins en pure digitale munten. Digitale munten vertegenwoordigen een vaste wisselkoers in harde valuta en kunnen enkel door vergunde fintechbedrijven of banken worden uitgegeven. Gelijktijdig onderzoekt Europa of het zelf een digitale euro kan en wil uitgeven. Ook aan de stablecoins worden eisen gekoppeld. Zo zullen uitgevers een aantal minimumkapitaalvereisten moeten respecteren.
Als de MiCA-verordening er komt, zal dat ook gevolgen hebben voor cryptomunten als bitcoin of ethereum. De regelgeving voorziet namelijk niet in een systeem van wederzijdse erkenning, waarbij Europa bijvoorbeeld cryptomunten erkent die in de Verenigde Staten worden erkend. Europa is niet tegen een wederzijdse erkenning an sich, maar de internationale reglementering verschilt te sterk om zo'n systeem uit te werken. In de praktijk betekent dit dat de niet-EU-munten zich onder een van de drie vormen in de EU moeten registreren om tot de Europese markt te worden toegelaten.
Er bestaat ook wel wat kritiek op de Europese voorstellen. Onder meer Karel Lannoo, CEO van het CEPS, uitte recent nog kritiek in een opiniestuk in De Tijd. De bottomline van de criticasters is dat de Europese voorstellen niet voorkomen dat consumenten kunnen handelen in niet-gereglementeerde cryptomunten. Tegelijkertijd is het voorziene toezicht beperkt en opgesplitst tussen Europese en nationale toezichthouders. Ook blijft het eenvoudig om een cryptobeurs op te starten en zijn de regels die marktmanipulaties en handel met voorkennis moeten voorkomen en bestrijden veel lichter dan de regels die bestaan voor de klassieke markten. Experts begrijpen niet dat het toezicht op cryptomunten beperkter zou moeten zijn dan het toezicht op de handel met het geld waarmee ze worden gekocht. Ten slotte blijven er conflicten bestaan met nationale wetgeving, bijvoorbeeld bij landen die het consumentenrecht ook toepassen op cryptomunten.