Skeletten hyenawelpen in Waalse grot wijzen op gevolgen van concurrentie met neanderthaler

Skeletten hyenawelpen in Waalse grot wijzen op gevolgen van concurrentie met neanderthaler
Foto Unsplash

Een team van datzelfde instituut had in 1943 de paleontologische resten opgegraven van duizenden dieren in de grot. Die resten zijn tussen 47.000 en 43.000 jaar oud, en de onderzoekers identificeerden nu behalve de grottenhyena onder meer mammoet, wolharige neushoorn, bizon, wolf, beer en leeuw. Opvallend was dat er veel jonge individuen waren van de grottenhyena: 323 welpen, waarvan er 132 niet ouder waren dan twee maanden.

Onverwachte gebeurtenis

De grottenhyena is een ondersoort van de gevlekte hyena, die nu nog leeft in Sub-Sahara-Afrika. Het wijfje van deze hyena isoleert zich van de roedel om te werpen. «De Marie-Jeannegrot was dus een ‘kraamkamer’ voor grottenhyena’s en is generatie na generatie hergebruikt», zegt archeologe Elodie-LaureJimenez (KBIN en University of Aberdeen). «De vondst biedt ons een zeldzame blik in het sociale gedrag en de voortplanting van deze sleutelsoort in het ecosysteem van het paleolithicum.»

Het is de eerste keer dat archeologen zoveel welpen van deze soort vinden op één plek. De vorsers vermoeden dat dat hoge aantal te maken heeft met een onverwachte gebeurtenis destijds in de regio. «In periodes van ecologische druk en lokale voedselschaarste bijten de dominante jongen hun zwakkere nestgenoten dood om te klimmen in de pikorde en meer voedsel te bemachtigen die de moeder naar het nest brengt», legt Jimenez uit. «Die broeder- en zustermoord zie je doorgaans wanneer de moeder langere afstanden moet afleggen om prooien te vinden en de welpen uren- tot dagenlang alleen moet laten.»

Competitie

In het subpolaire klimaat van toen kwam de grottenhyena namelijk in felle competitie met de neanderthaler, die ook vooral op grote grazers (bizon en mammoet) joeg. Beide moesten dus hun strategie aanpassen, door langere afstadnen af te leggen of op andere soorten te jagen.

Tot hun uitsterven, ruim 14.000 jaar geleden, bevolkten grottenhyena’s Eurazië. Deze carnivoor was een sleuteldier in de prehistorische ecosystemen van Eurazië en speelde een belangrijke rol in het behoud van het ecologisch evenwicht. De neanderthaler hield het minder lang vol en verdween 40.000 jaar geleden al, nadat de Homo sapiens in westelijk Europa was gearriveerd.

De studie verscheen eerder in het Journal of Quaternary Science.