In ‘The Man Who Sold His Skin’ laat een vluchteling uit Syrië zich ombouwen tot een kunstwerk omdat hij op die manier toegang krijgt tot de EU. Wat dacht je toen je het scenario las?
«De titel alleen al fascineerde me. Het is een verhaal met veel lagen, en ik was helemaal mee. Ik heb dan Kaouther [Ben Hania, de regisseur, nvdr.] ontmoet, en zij heeft me nog meer overtuigd. Ze is een heel geëngageerde vrouw met een heel sterke visie. Ik kon bijna niet anders dan ja zeggen. Dit is geen militante film, maar hij stelt op een entertainende manier wel vragen over onze migratiepolitiek. Ik ben geen politicus, maar ik denk dat dit verhaal het debat over die kwestie intelligent voedt.»
Kaouther Ben Hania kreeg het idee door het kunstwerk van Wim Delvoye. Heb jij aan hem gedacht toen je de rol speelde?
«Kaouther wou een duivelse en arrogante figuur. Dat is iets totaal anders dan Wim, kan ik je verzekeren. (lacht) Als acteur begeef je je op glad ijs als je je concentreert op de excentrieke kantjes van je personage. Maar toen ik de film zag, vond ik wel dat we het er goed vanaf hadden gebracht. We hebben heel veel geïmproviseerd op de set, en ik had dus geen idee wat het zou geven. Ik denk dat ik nog nooit zo gespannen was om een film te zien waarin ik meespeel.»
Monica Bellucci speelt je rechterhand. Hoe viel die samenwerking mee?
«We delen precies dezelfde geboortedatum — dag, maand en jaar. We zijn echte tweelingen, dus dat kon niet fout lopen. Ze maakte vooral indruk door haar geduld en haar discipline. Ik veronderstel dat het te maken heeft met al die jaren dat ze model is geweest.»
Je wisselt graag dit soort arthouse films af met commerciële titels als ‘Loft’ en ‘De Premier’. Een bewuste keuze?
«Zeker. Ik heb ooit meegespeeld in een film die ‘Falling’ heette, en ik weet nog dat ik daarvan een heel kleine affiche zag in de toiletten van een café. Ik besefte dat ze schrik hadden om ons product te verkopen, alsof ze niet wilden dat de film bestond. Nochtans kan puur entertainment ook heel goeie cinema opleveren. Soms lijkt het nergens op, maar dat geldt evengoed voor zogenaamde artistiekere films. Ik wissel de genres liever af.»