Net als je kompaan Éric Toledano sta je bekend om je ongebreidelde optimisme. Hoe moeilijk was het daaraan vast te houden in een film die het heeft over schuldenlast en klimaatverandering?
Olivier Nakache ( foto klein): «Dat zijn effectief serieuze onderwerpen, maar Éric en ik hebben nooit gezegd dat we een film zouden maken over milieubewustzijn. ‘Une année difficile’ is geen documentaire of pamflet. Het is ook geen militante film. We wilden vooral een scherp beeld schetsen van de contrasten van onze tijd. En die kun je het best samenvatten door zogenaamde ‘meermensen’ tegenover ‘mindermensen’ te zetten. Dus heb je in dit verhaal aan de ene kant mensen die altijd meer willen, zichzelf tot over hun oren in de schulden werken en in een neerwaartse spiraal belanden. Daartegenover staan dan mensen die van mening zijn dat we beter met minder kunnen leven, dat de dingen die we bezitten uiteindelijk ons bezitten.»
Hoe kwamen jullie op dat idee?
«Ik herinner me dat we ooit beelden zagen van rellen tijdens een Black Friday, zo’n koopjesdag. Dat gaf ons het idee om onze acteurs daarmee te confronteren. Dus zijn we op zoek gegaan naar mensen van de twee kampen, degenen die de winkels blokkeerden en degenen die absoluut naar binnen wilden. Zo is het begonnen. Met als onderliggend idee dat ons optimisme geen utopie is. Het is gewoon de olie die we nodig hebben om onze verhalen te vertellen.»
In de film duiken de hoofdpersonages onder bij een groepering die gekant is tegen het idee van eindeloze economische groei. Heb je zulke ‘degrowth’-activisten ontmoet?
«Meer nog, ze zitten in de film! We hebben met name contact gezocht met Extinction Rebellion, een geweldloze groepering. Ze werken met lokale afdelingen, en we hebben een aantal van hun leden leren kennen in Parijs. We hebben hun bijeenkomsten, hun debatten en hun acties gevolgd om ons scenario te voeden. En vooral om te vermijden dat we onwaarheden zouden vertellen.»
Hoe viel de ontmoeting mee?
«Ze vroegen ons meteen wat onze schuilnamen waren, net zoals in de film. Ik heb ‘Chips’ gekozen als pseudoniem. Ze gebruikten allemaal zo’n roepnaam om ervoor te zorgen dat niemand het slachtoffer van vooroordelen zou zijn als ze bij de groep komen. Een voornaam roept automatisch allerlei ideeën op in onze verbeelding. Een pseudoniem zegt niets over wie je bent of waar je vandaan komt, want je kiest wat je wilt. Geel, Croco, Mango, we hebben van alles gehoord. Het schept bovendien een band binnen de groep, het gevoel dat je erbij hoort.»
Jonathan Cohen en Pio Marmaï, jullie hoofdacteurs, zijn bekende komieken in Frankrijk. Hoe werken jullie met mensen die zo’n reputatie of faam met zich meebrengen?
«We schrijven onze scenario’s zeer nauwgezet en precies, maar als je komische giganten zoals Omar Sy of in dit geval Jonathan Cohen op de set hebt, zou het al te gek zijn om geen beroep te doen op hun talenten en inventiviteit. Want die zijn uitzonderlijk. We moedigen hen aan om vondsten uit hun mouw te schudden, dingen waar wij nooit aan zouden denken. Jonathan is zelf schrijver en hij loopt over van de ideeën. De scène waarin hij voor de rechter verschijnt, hebben we tijdens de opnames bijvoorbeeld helemaal opnieuw ontwikkeld. We vonden dat die pit miste. Dus hebben we haar toevertrouwd aan Jonathan, en hop, het werd plots een festival van angst en stress. We hebben als het ware de deur geopend voor hem. Een acteur mag je vooral niet willen opsluiten.»
Veel scènes spelen zich af op plaatsen waar het niet gemakkelijk moet zijn om te draaien, zoals de luchthaven Paris-Charles de Gaulle. Hoe viel dat mee?
«We hebben ons geamuseerd tijdens de opnames, maar het was inderdaad niet altijd simpel. De nodige vergunningen krijgen, is op zich al miserie. Gelukkig was iedereen vriendelijk. Om een leeg Parijs te tonen, hebben we paar dagen gefilmd tussen 5 en 7 uur ’s ochtends. Daarvoor hebben we mensen ingezet die op verschillende plaatsen de straten afsloten. We hebben ook veel ’s nachts gedraaid. We moesten constant schakelen en probeerden om in het ritme te blijven. Het was zwaar, maar het is ons gelukt om de marathon uit te lopen!»
Une année difficile *
Albert (Pio Marmaï) en Bruno (Jonathan Cohen), twee kerels die verdrinken in de schulden, ontmoeten elkaar toevallig op een meeting van milieuactivisten. Ze gingen ernaartoe voor het gratis bier, maar het enthousiasme van de groep geeft hen zin om zich aan te sluiten. Of doen ze het om snel wat geld te verdienen? ‘Une année difficile’ is de nieuwe film van het duo achter komische kaskrakers als ‘Intouchables’, maar veel inspiratie leggen de heren niet aan de dag. Nochtans houden ze vast aan de succesformule: je neemt een sociaal thema, je schakelt populaire komieken in, en je verpakt de boel met een gladde montage en swingende soundtrack. Alleen vergeten ze deze keer om er ook sterke grappen en een coherent verhaal aan toe te voegen. Veel verhaallijnen blijven bijvoorbeeld gewoon hangen. Raken Albert en Bruno uit de schulden? Doet de goeie zaak waar de activisten voor strijden hen überhaupt iets? Who cares, blijkbaar… Nog erger is dat het personage van Noémie Merlant, een van de activisten, weinig meer blijkt te zijn dan de vrouw die voor het einde van de film verleid moet worden. Noem het maar zielig.
‘Une année difficile’ speelt vanaf vandaag in de zalen.
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be